'T oiUisiEuljpt AKmSljffiOT
ÏJsdf is«3? s^jin, Kunt «ulksum wltw cealloei ^naiof,
3Et ImntEiiipra lot vet YwSrHiis 1
Bevél faiifjki l)jj ilcti .aaintw wÜf,
fltrdl/lacr 3ie lumilel finds YiWveBn J
lÉWrwi-lfc ;!Eq7i3"!)Wii'Y tliwns ImnnfDWtnïeHi
"Ook was er een prent bij van ons dorp Akersloot waar wij
woonden." Dat was waarschijnlijk depe prent, met een gedichtje
eronder over 'T aanpienlijk AKERSLOOT.
Prentjes kijken deed ik altijd
graag en ik herinner mij nog met
genoegen die heerlijke avonden
waarop Dominé Schreuder met
zijn zoon Jan bij ons kwam om
een lange pijp te roken en een
glas wijn te drinken (ik bedoel
de Dominé en mijn Vader)
terwijl Jan bij ons kwam zitten
aan het kleine kindertafeltje op
de kinderstoeltjes in dezelfde
kamer, om met ons de grote
bundel prentjes te bekijken.
Onder ieder plaatje stond wat
het voorstelde en dikwijls ook
nog het wapen van de stad of
het dorp bovendien, doch er
waren er ook waar onder stond
"Hetzelve anders" en dan hadden
we grote pret. Ook was er een
bij van ons dorp Akersloot waar
wij woonden. Na het bekijken
moesten die prentjes altijd mee
in mijn Vaders boekstelling
worden opgepakt. Ook zij zijn
beter bewaard gebleven dan
het beestenboek, want ik bezit
ze grotendeels nog als een
herinnering aan die tijd. Zo heb
ik later nog een paar boekjes
van de ondergang gered, die een
grote rol speelden in de lectuur
mijner schooljaren en ook als
prenteboek voordat ik lezen kon.
Het eerste is een boek van mijn
Moeder getiteld: Gods Koninkrijk in de Mens of zoiets, met kunstplaten
van Jan Luyken een beroemd etser uit de oudheid. De lectuur daarvan
heeft me nooit geboeid, des te meer echter de prenten, die ik mij nog
steeds een voor een kan voorstellen, met de gegeven toelichtingen mijner
Moeder. De mooiste vond ik een man op een hoge toren, en de vissen die
buiten het water sprongen terwijl zij in de verte oorlog voerden, dan de
boogschutter, vervolgens die mensen met de varkensoren en vogelbek en
dan die lange ladder die tot in de wolken reikt en waarin iemand zijn handen
wast. Akelig vond ik die stervende man, maar ik zat er toch dikwijls naar te
kijken. Dat boek speelde naast het beestenboek een rol in de kinderstoel
en evenals het eerste in oud perkamenten band was het onverslijtbaar.
51
Fïit.ii"-''
mieeB