Na mijn middelbare schooltijd ging ik werken bij Piet Blokker en Piet Struijf, zij werkten samen, het was één firma. Piet Blokker was een broer van Jan en Nico Blokker en had een tuin van circa 2 hectare achter zijn woning aan de Crimpen, nu de Molenbuurt. De hele Molenbuurt was destijds tuingrond. Piet Struijf had zijn tuin aan de Dorpstraat, nu de Bernhardlaan. Piet Blokker hield zich bezig met tuinieren en Piet Struijf deed de handel. Lelies opkuilen en in de winter de bollen er weer uithalen en tellen deed ik op de tuin van Piet Struijf. Piet Struijf had deze bollen dan verkocht. De bollen werden opgehaald door Rodenburg uit Uitgeest en later door Winder uit Limmen, begin jaren 70 gingen de bollen nog in manden weg. Ik werkte drie dagen per week bij Piet Blokker op het land dat zich vlakbij de Kalkovens van Ruigewaard bevond. Als het personeel van Ruigewaard naar buiten kwam om te schaften dan leken deze mannen wel maanmannetjes, ze zagen spierwit van de ongebluste kalk. Ze hadden geen maskers op maar een zakdoek op het hoofd. Bij Piet Blokker werkte ook Henk Acqua. Henk woonde in Uitgeest en begon iedere ochtend bij Blokker om stipt zeven uur en twaalf uur was hij weer weg en één uur hervatte Henk weer zijn werkzaamheden en om zes uur was hij weer weg. Toen Piet Blokker aan Henk vroeg om het gereedschap schoon te maken zij Henk: "dat wil ik wel maar voor zes uur want om zes uur ga ik weg". Henk was een man van de klok. Hij stopte exact om zes uur zijn werkdag en geen minuut later, maar hij was ook iedere dag op tijd aanwezig. Op een keer toen Piet en Henk aan het afschoffelen waren en Piet op een zeer korte afstand van Henk stond te schoffelen, in het verkeer noem je dat bumper kleven, zei Henk: "heb je haast, je mag gerust passeren hoor". In het vervolg bleef Piet op drie meter afstand van Henk schoffelen. Vanuit Zuid Schermer ging ik naar mijn werk. Mijn werkdag begon in de ochtend om acht uur en eindigde in de middag om zes uur. Tussen de middag ging ik naar oma Kaptein, zij woonde aan de Kerklaan, op nr. 39, waar ook mijn oom Nico en tante Corrie woonden. Oma woonde in een grote opkamer en oom en tante woonden met hun kinderen in de zijkamer die aanzienlijk kleiner was. Van oma Kaptein kreeg ik iedere dag een kop soep en daar at ik 11 Peter Kaptein op het land aan het werk

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

De Groene Valck - Akersloot | 2016 | | pagina 11