in de aankomsthal werkte. Afwisselend werk wat heel wat spannende
smokkelverhalen opleverde voor mijn latere klassen. Na vijf jaar
promoveerde ik en werd ik controleambtenaar bij de Belastingdienst en
ging ik bedrijven langs om hun administratie te controleren.
Na 13 jaar kriebelde het alsnog en ging ik in de avonduren de
lerarenopleiding doen in Utrecht. Dit kon niet anders vanwege de baan
die ik ernaast had. Inmiddels hadden mijn vrouw en ik twee kinderen
dus was het een zaak om goed te plannen want mijn vrouw studeerde
ook. Op de Hoge School in Utrecht vonden ze de situatie wel bijzonder
en ik 'mocht' stage lopen op de Rembrandtschool. Ik moest eerst voor
een gesprek bij Thijs Bijlsma, de directeur, thuis komen. De stageplek
zegde hij me toe maar dat ging op het laatste nippertje toch niet door.
Na het gesprek met Bijlsma liep ik langs de tuin van Piet Seignette waar
ik meteen een leuk gesprek mee had. Hij vond het maar gek dat ik niet
bij hém kwam! Toen de stageplek bij de Rembrandtschool niet doorging,
kon ik de volgende week bij Piet terecht in groep acht.
Ik had meteen de smaak weer te pakken en ik heb genoten van de stage.
Piet heeft enorm veel humor en een groot hart voor het kind. (Nu heb ik
zijn kleinkind Wouter in de klas. Zijn ouders zeggen dat Piet nog steeds
in Sinterklaas gelooft.) Ik kon daarna ook bij Marian Rodenburg terecht
in groep vier waar ik ook een hele leuke stage heb gelopen.
In het tweede jaar liep ik stage op de Jacobusschool in groep zeven/acht
bij juf Wil van Dam. Wil liet me vanaf het begin alleen voor de klas
staan. Er werd gewerkt met een weektaak. Van Wil moesten de kinderen
zoveel mogelijk zelf doen. Bij het vertellen van een verhaal keek ze al
afkeurend. Ik was wel blij met haar vertrouwen. Hoewel ze al op leeftijd
was, had ze veel passie voor haar werk. Wil liet de kinderen zelf voor
hun tent koken met kamp op de camping bij het Geestmerambacht.
Mijn oudste twee kinderen zaten toen ook op de Jacobusschool. Ik was
zelfs een paar jaar voorzitter van de oudervereniging. Dorus kwam ik
ook weer tegen, maar nu als directeur. Bij Wil heb ik ook met plezier
mijn eindstage gelopen in het vierde jaar.
Toen ik in 1995 was afgestudeerd zat ik midden in een verbouwing dus
solliciteerde ik nog niet fanatiek. In oktober belde Piet Seignette voor
een baan in de kleuterbouw. Ik moest erg lachen en vroeg Piet wat hij
zelf dacht. Hij begreep het. In november belde hij me weer, maar nu
voor groep acht. Ik wist niet wat ik hoorde. In januari 1996 ging ik aan
de slag en met heel veel plezier. Ik trof fijne collega's aan en er was altijd
ruimte om af en toe iets geks uit te halen. Sinterklaas kon nooit normaal
aankomen; op '1 april' was er altijd wel wat te beleven en het kamp was
geen kamp als er niets bijzonders gebeurde. De spannende kampverhalen
84