van de scheepshelling. Wie ook op de jachthaven is te vinden is J. Th.
Verduin. Deze Akersloter exploiteert het paviljoen en het clublokaal
van de A.R.Z.V. Als vergoeding draagt hij hiervoor fl. 85,- af aan het
stichtingsbestuur. Het winkeltje en het snoepkeetje (toko's) gepacht
door A. Schoon leveren een pachtsom op van fl 35,- en vissers in de
haven betalen aan visrechten fl. 25,- per jaar. Na aftrek van alle kosten
kan de stichting jaarlijks ongeveer fl. 750,- betalen aan de gemeente om
de geldlening af te betalen. Gedurende het zeilseizoen (15 april tot 1
oktober) moet er op zaterdagmiddag en de gehele zondag een beheerder
aanwezig zijn. Op andere dagen moeten de huurders van een ligplaats
toegang hebben tot de loods. De beheerder moet de sleutel van de loods
op deze dagen beschikbaar stellen.
De exploitatie in de oorlogsjaren
Vanaf 1942 neemt de gemeente zelf de exploitatie ter hand. Volgens
de burgemeester moeten er meer inkomsten uit de jachthaven zijn te
halen. Het liggeld behoort volgens hem tot het laagste van Nederland.
De gemeente vraagt aan het prijzenbureau voor onroerende zaken te
Alkmaar toestemming om de prijzen te verhogen. De inkomsten zijn
voldoende om de lopende lening en rente te betalen. Maar onvoldoende
voor de afschrijving van de haven en opstallen. Daarnaast wil de
gemeente investeren in een nieuwe starttoren en uitbreiding van het aantal
ligplaatsen in het Alkmaardermeer. De burgemeester heeft succes met
deze actie. De inkomsten gaan in deze oorlogsjaren omhoog. Niet alleen
de liggelden maar ook de pachtsommen. Schilder Cees Soeterbroek
sr. huurt een gedeelte van de botenloods voor scheepsonderhoud en
-'ff. f
Zicht op de jachthaven. Achter de steiger jachtwerf Verduin (foto R.A.A.),