Bij zijn geboorte in 1891 had vader
Jacobus nog trots aan zijn oudste
zoon Abraham geschreven:
'Met vreugde meld ik U dat Oom Sleurs
(CA.H. Sleurs, 1826-1892, was
vanaf 1870 geneesheer en verloskundige
in Zegwaart, red.) van nacht ten 1
uur een broertje gebragt heeft en heden
middag gedoopt is en twee prachtige
namen ontvangen: Antonius Aloysius,
patroonfeest 13 en 21 juni a.s. Uw
moeder ligt nu wel te bed maar is er best
aan toe, de muisjes zal zij wel bewaren
gegt zij'.
Met die twee patroonnamen had hij
zijn zoon aan heiligen verbonden,
die hun familie hadden veriaten
om God te dienen. Daarmee stond StilH'ilïM
vader Jacobus aan de wieg van de keuze van zijn zoon. Antoon zou
ook een vrome jongen zijn geweest die slechts één grote jeugdzonde
zou hebben begaan. Hij had op een dag mussen gevangen, geslacht
en geplukt en vervolgens aan zijn moeder gegeven om de vogeltjes te
braden. Volgens zijn familie een 'kruis in zijn leven'.
Antoon ging naar school, hielp mee op de boerderij en ontwikkelde
ook een geheel ander talent, namelijk dat van tekenaar en schilder. Op
zijn kamer stond een zelfportret dat hij met behulp van een spiegel had
gemaakt. En in zijn tienerjaren tekende en schilderde hij diverse malen
de boerderij, een brug in het land (1906) en de hem zo vertrouwde
omgeving. Zelfs het meest populaire beeld ontkwam niet aan zijn
penseel: de Delftsewallen met het gezicht op de Oude Kerk (ca. 1915).
Volgens de overlevering was hij daarin geheel autodidact.
De meeste kunstenaars die Zoetermeer rond 1900 schilderden namen
het dorpsgezicht vanaf de Delftsewallen. Zo ook Antoon van den Berg
in 1915 (Collectie Historisch Genootschap Oud Soetermeer).
Aquarel door Antoon van waarschijnlijk Zeldenrust circa 1910; deze
boerderij heeft echter slechts één barg in plaats van drie (Collectie
Historisch Genootschap Oud Soetermeer)
Volgens aantekeningen van Antoon biechtte hij voor het eerst bij
kapelaan Soepnel toen hij een jaar of acht was. Pastoor Eeuwens
bereidde hem op 12-jarige leeftijd voor ten behoeve van zijn Plechtige
Heilige Communie in april 1903. Zijn zus, zr. Tarcisia schreef hem toen
vanuit Oudenbosch:
VGij hebt uw lieven Jegus in uw kinderharte mogen ontvangen. Hoe onuitsprekelijk
is uw geluk. dan gal dege dag, de dag van uwer Eerste H. Communie, in
waarheid de gelukkigste dag uws leven gijn
1901: zus Anna Adriana
legt haar kloostergeloften af
en krijgt de naam zuster
Tarcisia.
(Foto Collectie Historisch
Genootschap Oud Soeter-
meer)
w/A
42