Het college en de raad, zwaar teleurgesteld door de afwijzende brief van de
Provincie d.d. 3 april 1992 en door het halsstarrige verzet van de stichting,
dachten dat zij met de okselplannen een doorbraak konden bewerkstelligen om
iets moois met de polder te doen. Burgemeester Cornelisse trok zich terug als
portefeuillehouder van ruimtelijke ordening, mogelijk om een 'neutrale' stelling
te kunnen innemen in de komende schermutselingen met de stichting en de
burgers. De stichting werd uitgenodigd voor een goed gesprek op 1 julil 992.
Ter voorbereiding van dat gesprek werd door de stichting een lijst van
onderwerpen en vragen opgesteld en aan de burgemeester voorgelegd. Namens
de stichting namen deel aan het gesprek: Henk Kooij (voorzitter), Hennie
Groot (secretaris) en Ben Hopman (bestuurslid). De stichting ging er vanuit
dat een zinvolle discussie alleen met succes gevoerd kon worden op basis van
informatiegelijkheid en goede informatie, vandaar dat ze veel vragen hebben
gesteld (zie bijlage 2). Tijdens het 3 uur durende gesprek bleek dat er weinig
aanleiding was om te geloven in de overlegbedoelingen van het college. De
commissie van Ruimtelijke Ordening gaf nog diezelfde avond (1 juli 1992)
haar goedkeuring aan de Structuurvisie. Hierna meldde de stichting dat zij zich
tot het uiterste zou verzetten tegen de zogenaamde okselbebouwing met 75
woningen. Citaat uit de informatiebrieven aan de burgerij van mei 1992 en juli
1992: "De ontwikkeling van de ontwerp-structuurvisie heeft de belastingbetaler
150.000.- gekost. De stichting heeft de raadsleden vroegtijdig gewaarschuwd
waarom dit hooggeprezen plan, zowel technisch als financieel, ondeugdelijk is.
Uitvoering van de ontwerpvisie zou een exploitatietekort opleveren van ca. 4
miljoen." In dezelfde brief riep de stichting de burgers op hun bezwaren in te
zenden, omdat het ernaar uitzag dat de meerderheid van de raad opnieuw een
'aangepaste' structuurvisie, met de zogenaamde koerswijziging zou goedkeuren
(okselbebouwing) en inzenden aan de provincie. De bezwaren moesten voor 24
september ingediend zijn en de stichting heeft maar liefst 238 bezwaarschriften
voorzien van 256 handtekeningen ingediend, nog 3 uitgebreide bezwaarschriften
en 52 bezwaarschriften met betrekking tot de bebouwing Roemersdijk,
waarvan de bewoners ook volledig achter het bezwaarschrift van de stichting
stonden. Op 27 oktober 1992 werd een hoorzitting georganiseerd waarop de
bezwaren werden toegelicht. De bezwaren werden niet gehonoreerd en dus
werden op 28 januari 1993 de structuurvisie en de koerswijziging door de raad
aangenomen, ter visie gelegd en aan GS van de provincie gestuurd. Daarmee
waren er, sinds de eerste uitgave van de ontwerpvisie in januari 1991, twee jaren
nodig geweest om het verzet van de bevolking schijnbaar te honoreren. Maar
de geplande okselbebouwing in het noordwestelijke deel van de polder stond
wel in het ingezonden plan en dat bleek achteraf geen goed idee! Het bestuur
van de stichting besloot het verzet tegen de okselbebouwing niet verder op
gemeentelijk niveau, maar op provinciaal niveau voort te zetten.
Bestemmingsplan Klaas Hoorn- en Kijfpolder (KHK-polder)
Reeds begin 1993 was de stichting begonnen na te denken over een nadere
invulling van de functie/ontwikkeling van de KHK-polder, binnen het
kader van de doelstellingen van de stichting. Immers: ergens op tegen zijn
moet kunnen, maar dan ook meedenken over alternatieven! Een bezoek aan
83