De aanvraag
In april 1934 vinden we de eerste correspondentie in de archieven waarin de
gemeente Akersloot aan het 'Werkfonds 1934', (voorzitter: Zijne Excellentie
Dr. H. Coüjn) laat weten dat zij plannen heeft voor het aanleggen van een
nieuwe jachthaven in het Alkmaardermeer. Als motivatie wordt gegeven: Hef
heeft daarvoor een "achterland", goals de gemeenten Alkmaar, Bergen en Heiloo. Waren dege
gemeenten wat betreft ontspanning in de natuur vroeger geheel georiënteerd op gee, strand, bos
en duinen, de laatste jaren wordt de watersport in toenemende mate door de inwoners van dege
gemeenten beoefend. In eerste instantie betreft het het machinaal uitdiepen van het
'Doode Gat' (nabij het pontje) met zo'n 10.000 m3 grond en het aanleggen van
aanlegsteigers en meerpalen met een clubhuis en kanoloods.
Het Doode Gat De grond die hierbij vrijkomt, wordt gestort op het naast liggende terrein (nu
Uiterdijk). Door de ophoging wordt dit terrein geschikt als kampeerplaats voor
de jeugd. De kosten van dit plan worden geraamd op fl. 10.000, - en daarnaast
is een bedrag van fl. 5.500,- voor de lonen der werklozen. Dit betekent dat de in
te zetten werklozen een uurloon krijgen van 30 cent. Het loon van een werkloze
in de werkverschaffing bedraagt 27 cent per uur.
De begroting is als volgt:
Haven en steigers
fl.
6.157
Sleephelling
fl.
800
Loods
fl.
5.400
Paviljoen
fl.
1.280
Bestrating
fl.
360
Elektra en water
fl.
500
Canoloods
fl.
1.280
Was en toiletruimte
fl.
540
B&W als opsteller van de brief maant de ontvanger met enige spoed te reageren
zodat zo spoedig mogelijk met de uitvoering van de werkzaamheden kan
worden gestart. Verder staat in de brief vermeld: "Dat wij ten volle overtuigd gijn
dat, nanneer ditplan nordt ven egenlijktde ontn 'ikkeling van Akersloot als centrum van de
watersport vergekerd is en hieruit voor de ingegetenen een bron van welvaart gal ontstaan.
53