Ook worden er transformators vervoerd naar transformatorstations. Als ik vakantie heb, ben ik ook te vinden op deze dekschuiten en verblijf ik bij broer jan die met zijn vrouw, Alie Dekker, in Amsterdam woont. Als jan zijn schoonvader, Muus Dekker, komt te overlijden en de erfenis wordt verdeeld onder zijn twee dochters, heeft mijn broer de kans om een sleepboot te kopen en voor zichzelf te beginnen. Hij heeft een maat nodig en die maat word ik. De eerste klus is modderbakken slepen want de haven van Oudenbosch moet worden uitgebaggerd en de bagger moet worden afgevoerd, jan en ik gaan maandagmorgen vroeg weg met de auto naar Oudenbosch, waar de sleepboot ligt. We blijven dagen aan boord, koken en slapen daar. Afijn broer is kok geweest bij de Alarine, dus kan goed koken. Ik schil de aardappelen en was de vuile vaat af. In de winter maken we dagen van twaalf uur, maar zomers werken we veel langer. We verblijven daar de hele week. In het weekend ben ik thuis De Flew van broer Jan en op maandagochtend rij ik met de firma Laan, in een luxe wagen, weer mee naar Amsterdam. Ik ben nooit in vaste dienst geweest bij mijn broer. Te pas en te onpas hing jan aan de telefoon, wij hadden al vrij vroeg telefoon, omstreeks 1938, en gaf dan aan dat hij weer werk voor mij had. In 1959 werk ik een poosje als opperman bij het aannemersbedrijf van de gebroeders Tiebie, o.a. bij de bouw van de huizen aan het Heer Derck Plantsoen en julianaweg. Afijn vriend, Wim Tiebie, werkt daar als metselaar. Ik werk ook een poosje bij Steenman in Castricum. Als ik thuis ben, houd ik mij bezig met de brandstofhandel van vader. Rond 1960 hebben mijn zus Rika en ik het plan een jachthaven te gaan inrichten. Van de vader van jan Buur hebben wij ter hoogte van de Hemweg grond aangekocht, van de dijk tot aan het gemaal. Echter strooit het Noord-Hollands Landschap roet in het eten, beweert dat wij hebben gebaggerd en met deze bagger de dijk hebben verhoogd. Het wordt uiteindelijk een rechtszaak, die wordt gewonnen door het Noord-Hollands landschap. We moeten de bagger terugstorten en ons plan loopt op niets uit. In 1962 en 1963 tijdens de strenge winter krijg ik de smaak te pakken van de kolenhandel en breng ik een andere aanpak aan in het bedrijf van mijn vader. Ikga 10

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

De Groene Valck - Akersloot | 2014 | | pagina 11