Dat huis in de Kerkbuurt is in 1841 afgebroken. Toen verhuisde de dokter naar de
n'oningaan de 'Kerkdijk" later genoemd "Kaadhuisiveg"(Niet helemaal correct
want dit deel van de Kerkdijk ging Dorpsstraat heten. [WB.]) Dege ironing
met ernaast een vierkante behuizing voor koeien, varkens, een paard en hooiberging,
met achter het geheel een flink stuk grasland, benevens 'De Boschreid", een stuk best
grasland in de "Kijfpolder", kocht hij reeds van de kinderen van Cornelis van Kleef,
in de Fransche tijd de "Maire van Akersloot". (Maire was toen de benaming
van burgemeester.)
De ironing was een huis met een langpuntdak, met aan één gijde een afhliving. Unks
van de voordeur een kamer met twee ramen, rechts, onder de afluiving de apotheek; en
daarachter een ruimte die dan ook "het afdak"genoemd werd.
Om gijn patiënten te begoeken reed hij op een muilegel; en later op een paard, in
den gadel; om reden dat veel wegen erg smal waren, gefspaden en vele gonder enige
verharding. Flij was tevens Gemeente Secretaris: hij verrichtte ook het werk van
ambtenaar van de Burgerlijke Stand. Hij was ook diaken en Kerkelijk Ontvanger.
Hem is ook, waarschijnlijk in het jaar 1836, verleend de gilveren penning van de
"Maatschappij tot redding van drenkelingen", opgericht in 1767. Maar over de
redding, die tot dege onderscheiding geleid heeft, gijn geen bijgonderheden bekend.
Hij huwde op 13 Juli 1834 met Maartje Botvanger geboren 11 februari 1813 te
Krommeniedijk. Dochter van Klaas Botvanger en Geertje Grootschoen. Zij hadden
een veebedrijf te Krommeniedijk. Hoor haar huwelijk woonde Maartje Botvanger bij
haar oom en tante, Jacobus van Straaten en Geertje Botvanger te Alkmaar aan de
Het huis onder de pijl
(nu Dorpsstraat 6-8) was
woonhuis van geneesheer
Auke Sierk Hennes en
later die van zijn zoon
Jacob.