Na de oorlogsjaren heb ik na een onderbreking van enige jaren door
de ziekte TBC en een jaar op de boerderij te hebben gewerkt, diverse
werkgevers gehad. Ik heb een week bij een stokkenfabriek in Uitgeest
gewerkt, maar daar vond ik niets aan. Ik interesseerde me meer voor
vakbondswerk en de politiek. Maar uiteindelijk is daar niets van gekomen.
Na de stokkenfabriek ben ik bij de Citygarage in Alkmaar gaan werken.
En vandaaruit ben ik naar Spanbroek gegaan en bij Koomen's graan
en peulvruclitenhandel gaan werken. Daarna heb ik nog een paar jaar
gewerkt in Obdam bij notaris Appel. Toen ik in Spanbroek werkte, was ik
in de kost bij een oude pastoorsmeid. Zij was alleenstaand en verdiende
haar geld door kostgangers in huis te nemen. Ik betaalde haar 16 gulden
per maand. Na vijf jaar in Spanbroek en Obdam te hebben gewerkt ben
ik in Amsterdam gaan werken bij de Kamer van Koophandel.
In de periode dat ik in Spanbroek werkte en in de
kost was bij de oude pastoorsmeid zat ik op voetbal
bij V.V.S. (Voetbalvereniging Spanbroek).In die tijd
klommen we vanuit de 3e klasse naar de lste klasse
DHVB. Op een keer ging ik met een voetbalvriend
mee naar huis en daar ontmoette ik zijn zus, Tiny
Appelman.
In Spanbroek bij het gegin Appelman ging het er ivat
minder streng aan toe, ondanks dat Tiny, ook in een groot
gegin is opgegroeid. Het gegin telde 16 kinderen waarvan
drie tweelingen. Tiny haar taak was doordeweekse kousen
doorstoppen en als dat klaar was dan mocht ge naar buiten.
Het gegin Appelman woonde dicht bij de school en 's morgens
als de kinderen al op het schoolplein speelden moest Tiny eerst
nog afwassen, het fornuis en de keuken schoonmaken voordat
ge naar school mocht.
Tijdens de oorlog en in mijn vrijgezellentijd waren Jan Dekker en
Piet Leijen mijn vrienden. Vroeger waren ze veel bij ons en schoven
dikwijls bij ons aan om een hapje mee te eten. Ook Niek Zweeris was
veel bij ons. Jan Dekker was een pretzak. We vermaakten ons in het
uitgaansleven met dansen meestal in Akersloot, maar ook in Limmen
en Egmond. Ik was niet echt een kermisklant, ging 's morgens naar het
ringsteken kijken en ook wel eens naar het eerste deuntje hoor. In die
tijd waren we fanatieke hartenjagers en aan de Buurtweg hebben we veel
strijd geleverd. Door mijn vertrek naar Spanbroek is
de vriendschap verwaterd.
Vader en moeder
Appelman
43