Cock Schoenmaker
Cock Schoenmaker heeft een mooie
tijd gehad in Indië. Vol enthousiasme
vertelt hij honderduit over de ruim
drie jaar dat hij daar heeft gezeten.
Hij heeft een mooie tijd gehad en als
hij het toen over mocht doen dan zou
hij weer gaan.
De oorlogsjaren
We woonden in Den Helder, waar mijn
vader werkte als burgerwerkman bij de
onderzeebootdienst van de marine. Bij het uitbreken van de oorlog is daar
flink gebombardeerd door de Duitsers. Daarom moesten we evacueren
en zo belandden we in Akersloot. Ik ging niet meer naar school, maar
ging werken bij garage Roemer. Ik verdiende toen niet zoveel. Enkele
Akersloters zoals Fok Olgers en Jan Kerssens konden aan de gang op
vliegveld De Kooij op Texel. Ze betaalden heel goed dus daarom ging
ik ook mee. Het werk was simpel opruimen en hand- en spandiensten
verrichten. De jongens gingen elke dag met de trein heen en weer. Ik kon
toen bij de familie Roos (schoonouders van mijn zus), die in Den Helder
woonde, door de week in de kost. Dit was tot 1943, toen moest ik op
zoek naar wat anders. Zo raakte ik te aardappelen rooien in de Schermer.
Ik was daar de jongste. Ik weet nog dat ik veel moeite had om ze bij te
houden. Als zij gingen schaften moest ik nog even doorgaan. Als ik dan
weer gelijk op was, was de schaft afgelopen en riepen ze: "We gaan weer
aan de gang". Het voordeel van het werken in de Schermer was dat er
weinig controle door de Duitsers was. Je kon er altijd wel aan de gang.
Ging je richting Alkmaar dan was het lastiger. Op een gegeven moment
moest ik me toch melden
voor de Arbeidsdienst. Ik
belandde in Harderberg in
Overijssel. Ongeveer een
jaar heb ik daar gezeten.
Je deed er van alles, van
marcheren tot werken in
de landbouw.
Naar Indië
Ik was net begonnen te
werken op de Hoogovens
toen de oproep voor
militaire dienst kwam. Ik
moest me op 7 mei 1946
melden in Amersfoort.
28
Transportschip
'De Tegelberg'