In 1816 werd de keur tegen 'Hooybroei' vernieuwd en er werd een nieuw
reglement voor de Hooystekers opgesteld.
De gemeente werd verdeeld in vier wijken: het dorp, de Woude,
Schermer en Starnmeer. Driemaal om de veertien dagen moeten zij in
iedere hooitijd met hun pijlijzers de klampen of hooibergen keuren ter
voorkoming van brand. Onwilligheid of nalatigheid wordt bestraft met
ƒ12,- boete. Ook bij hooibroei buiten de hooitijd moeten de stekers
gehaald worden. Het loon der hooistekers werd op 4 stuivers per 5000
pond hooi gesteld bij iedere hooihouder. En er zijn voor iedere wijk
twee man aangesteld.
Dit reglement is op een of andere manier in de vergetelheid geraakt,
want op 7 juli 1852 stelt de raad de verordening 'op den hooibouw' in de
gemeente Akersloot vast. De raad had hiervoor meerdere malen kenbaar
gemaakt aan Burgemeester en Wethouders, dat ze graag een reglement
of verordening wilde zien op de surveillance van het aangeklampte of
op een andere manier opgeslagen hooi. Overigens hebben de meeste
gemeenten in Noord-Holland in die jaren de verordening op de
hooibouw vernieuwd of aangepast.
Burgemeester en Wethouders hebben zich hier enkele dagen mee bezig
gehouden en kwamen met onderstaande verordening, die uit negen
artikelen bestond. Na enkele wijzigingen werd de verordening tijdens de
gemeenteraadsvergadering van 7 juli 1852 vastgesteld.
Opvallend is dat de wijk Westwoude (het eiland de Woude) nu niet
apart wordt benoemd terwijl dat in 1816 nog wel het geval was. De wijk
Oostwoude die veel kleiner in oppervlakte is, wordt wel apart genoemd.
En voor 1852 werden de Starnmeer Oostwoude ook vaak door de
zelfde hooistekers gecontroleerd.
De hoogte van de boete blijft echter net als in 1816 nog steeds twaalf
gulden; vermoedelijk is dit letterlijk overgenomen uit de keur van 1816.
Verordening op den hooibouw
In de gemeente Akersloot
A.rt. 1
Er gullen in de gehele uitgestrektheid deger gemeente ges personen bestaan onder
de benaming van hooistekers dege worden door het plaatselijke bestuur aangesteld
en gullen ieder in de hun daar toe aan te wijgen wijken het toegigt houden over het
broejen van het hooi.
Gemelde personen gullen ten koste van de gemeente worden voorgien van behoorlijken
ijgers met de daartoe vereischt wordende gereedschappen.
79