staan v/ij met onze patat es-f rit es-wagen bij Café Roorda
TIJDENS DE LELIEFEESïEK II
Beleefd aanbevelend
A.J.KEYSPER
Dit was niet het geval, het waren 'beste buren' en ik kon beginnen met
de snackbar.
Waar eerst de kapsalon was, werden nu snacks over de toonbank
verkocht.
Eerst alleen in de weekenden later ook doordeweeks, met uitzondering van
de maandag, dan was de snackbar gesloten en werd er schoongemaakt.
We waren dus zes dagen per week open, van 16.00 uur tot de laatste
klant 's avonds rond 23.00 uur naar huis ging.
In de weekenden werd het wel eens later.
Mijn baan bij de Weverij in Krommenie heb ik toen opgezegd, want
Jansje en ik hadden geen hulp, we deden alles zelf.
Wij maakten zelf de kroketten. In het begin waren deze te zoet, dat
kwam doordat het eiwit van het meel door de warmte van het bakken
omgezet werd in karamel.
De juiste werkwijze hiervoor leerde ik uiteindelijk van een kok die voor
Calvé werkte en waar wij klant waren.
In de wintermaanden heb ik gratis een cursus, 10 lessen, gevolgd in het
hotel Krasnapolsky, te Amsterdam. Die lessen werden overdag gegeven,
omdat het in de winter een rustige tijd was.
Tijdens de Liliade stond ik ook met onze snackwagen bij de Liliade.
De snackwagen stond dicht bij de danstent opgesteld, bij café Roorda,
waar de aanwezigen onder genot van een drankje luisterden naar levende
muziek.
De Liliade werd toen nog in het Raadhuis tentoongesteld.
In de snackwagen hielp Tiny van Sikkelerus mee, zij werkte zo schoon
en netjes, er was geen vlekje op haar schort te vinden. Dat vond ik zo
bijzonder.
Werken in de snackbar heb ik als zeer sociaal en gezellig ervaren.
Op een dag in maart kwamen twee kinderen, Mieke van der Eng en
Frida Verduin, ongeveer 11 jaar oud en schoolvriendinnen, de snackbar
binnen.
Ze vroegen mij: Toon wanneer ben je jarig en wat vraag je voor je
verjaardag?."
Bron: Op de hoek, weekblad Akersloot, 6 juli 1962