Na het overlijden van mijn vader heeft Sander ons geweldig geholpen.
Ook Sjef van Sikkelerus hielp mee, hij had een bollenteeltbedrijf maar
ook wat koeien, die melkte hij eerst en deed dan soms ook nog mijn
moeders koeien. In die tijd ging de hulp over en weer, ik hielp Van
Sikkelerus weer met heinen (het schonen van de sloten).
Op een keer tijdens een warme dag dacht ik dat ik dood ging van de
dorst. Van Sikkelerus had twee flesjes bier mee onder zijn kiel en gaf mij
er één. Toen heb ik geleerd bier te drinken.
Later had ik een motorfiets en kreeg toen weer andere vrienden, zoals
Piet Blokker (orre?) en Gerrit Kuis.
Mijn oom Jan Meijer zei tegen mijn moeder: "Hoe kun je jouw poon nu laten
rijden op een motorfietsWat was nu het geval, oom Jan Meijer dacht als
Freek een motor heeft, dan wil Maarten ook zo'n gevaarlijk kreng.
Ik kwam in contact met een rijke boerenzoon, genaamd Gerrit Kuis. Hij
kocht een nieuwe motorfiets bij Roemer en wij gingen samen, allebei op
een motorfiets, de kermissen af.
Naar Egmond, Graft en hier in de omgeving. Ik had meer interesse in
motorfietsen en vliegtuigen dan voor vrouwen.
Maar op een keer
tijdens een bezoek aan
de dorpskerk zaten
daar twee meisjes die
logeerden bij familie
Klaas Van Meulen. Ik
trok de stoute schoenen
aan en sprak de meisjes
na de kerkdienst aan
met:
"Hebben jullie zin om
een rondje te wandelen
in het dorp"? Er werd
door de meisjes eerst
toestemming gevraagd
en na goedkeuring
hebben we een avondje
met ze opgetrokken. Op
maandagochtend zou
Freek Struijf met
een van de meisies weer
een jonge dame op
de motorfiets heel vroeg met de bus
naar huis vertrekken en
ik zei tegen haar: "Ik moet maandagochtend ook vroeg met de bus mee,
kom rond 06.00 uur naar de bushalte aan de Kerklaan, dan vraag ik of je
met de Hoogovenbus mee kan rijden."
25