Freek Struijf door met het bedrijf en ik werkte, toen al, bij de Hoogovens. Aan de zes koeien was niet veel te verdienen, wel een hoop werk en ze moesten een paar keer per dag worden gemolken. Ik hoefde thuis geen kostgeld te betalen, dit omdat mijn moeder haar eigen inkomen had door de verkoop van kaas en boter. Maar ook omdat ik iedere vrijdagavond en zaterdag op de transportfiets, die voorzien was van een grote mand, voor haar producten uitventte. Een keer, op een stormachtige dag, had ik tijdens het uitventen mijn fiets op het molenpad geparkeerd, tegen een hekje bij mevrouw Schrier. Door de enorme storm waaide de fiets om en belandde de inhoud van de mand in de sloot. Toen ik bij de fiets terugkwam, zag ik de margarine in de sloot drijven. Ik besloot het uit de sloot te vissen, af te drogen en alsnog te verkopen. Een zoon van Kraakman, Willem, melkte vaak de koeien voor mijn moeder. Wij hadden geen paarden of materialen om te hooien, dus Sander hielp mee met hooien. Die kwam met zijn zoons en paarden om voor mijn vader, en later voor mijn moeder, het hooi binnen te halen. Het hooi werd achter het huis opgeslagen.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

De Groene Valck - Akersloot | 2012 | | pagina 26