verbonden, dit tegen 'para's en 'gliders' (vliegtuigen die gesleept werden
door gemotoriseerde vliegtuigen). Veel palen werden in de winter van
'44 op '45 door burgers weggehaald, het hout werd verstookt in de
noodkacheltjes om eten op klaar te maken.
Tijdens de oorlog was geheel Den Helder geëvacueerd. Ook een zekere
meneer Forrer, die duikinstructeur was bij de Marine. Hij gaf ons, de
schoolkinderen, zwemles in het Alkmaarder meer, achter het bedrijf van
de firma Dil.
In de winter van 1943, het had gevroren, schaatste ik op de kromme
sloot en bij de driesprong (links ging je naar de Sluis en rechtsaf naar het
Overdie) schaatste ik over het middengedeelte, dat sneeuwvrij was.
Opeens zag ik een hand onder het ijs. Wat bleek, onder het ijs lag een
Duitse soldaat, die door zijn hoofd was geschoten en daar was gedumpt.
Wie had ooit gedacht dat zijn hand omhoog zou komen als het ging
vriezen.
21
Ouderlijk huis familie
Gerrit Struijf
(2e huis van links)
nu Dorpstraat nr. 7
Jaren later raken Freek en Sien, tijdens een fietstochtje door Urk, aan de praat met
een man uit Emmeloord, die tijdens de oorlogsjaren in Ummen had gewoond. Toen
Freek en die man het verhaal van de Duitse soldaat ophaalden, riep de man gijn
vrouw, want hij had tot die tijd gijn vrouw niet kunnen overtuigen dat het verhaal op
waarheid beruste. Door de ontmoeting met Freek werd het verhaal bevestigd.
Ik woonde dus naast de garage van Roemer en ik kreeg op zeer
jonge leeftijd al belangstelling voor het sleutelen aan bromfietsen en
motoren.
Dit werd al snel mijn
hobby.
Toen ik 14 jaar was
kwam ik van de lagere
school en kon ik bij
de familie Roemer (de
buurman) werken als
knecht, ik verdiende
fl. 5,00 per week.
De familie Roemer
woonde boven de
zaak en als er een
klant kwam om te
tanken, zag ik dat
meestal eerder vanuit
ons raam dan Roemer.
Ik bediende dan de
pomp en vulde de