Graf Sergeant John
Alexander Lamb
waren zogenaamde 30 lbs fosforrubberbrandbommen, twee
van de 48 die de Halifax aan boord had. Er was er één op de
beschoeiing en één naast de schuur gevallen. Het vuur en de
fosfor op de beschoeiing werden met één straal water vanaf de
motorspuit het meer in gespoten en zo onschadelijk gemaakt.
Anders ging het met het vuur dat de tweede bom naast de
cementloods had veroorzaakt. Aanwezigen hadden het vuur
toegedekt. Met vereende krachten werd de bedekking, wat dit
was is onbekend, samen met de fosfor in kruiwagens geladen
en in het meer onschadelijk gemaakt. De brand zat echter
al achter het dubbele, met zaagsel gevulde houten schot,
waardoor er een stuk van 10 vierkante meter moest worden
afgebroken. Nadat de brand was geblust werd er voor de
zekerheid een wacht bijgeplaatst van de vaste ploeg van de
luchtbescherming. Om één uur kon de brandweer terug naar
huis. Aanwezige brandweerlieden waren: Jan van der Eng, Jan
Deijlen, Arie Terluin, Dirk Buur, Jaap Baltus, Piet Kerssens,
Jan Jak commandant Bertus
Kerssens.
Bereikte het toestel deze keer
de thuisbasis Holme-on-
spalding Moor in Yorkshire
nog veilig, enkele maanden
later stortte het neer op
20 december 1943 na een
bombardement op Frankfurt, in de
Noordzee westelijk van Goerree. Het
was één van de 41 bommenwerpers die
die nacht verloren gingen. Geen van de
bemanningsleden overleefde deze crash.
Het lichaam van bemanningslid, Flight
Sergeant John Alexander Lamb spoelde
op 6 januari 1944 aan op het strand van
Castricum. De navigator die diende bij
de Royal New Zealand Air Force ligt begraven naast de dorpskerk in
Castricum.
De vermelding van de noodafworp in de notulen van brandweer Akersloot
is tot nu toe de enige melding die in verband kan worden gebracht met
het rapport dat is opgemaakt door de Engelse bemanning.
Opgetekend door Ton Dekker
Bron: - Notulen brandweer Akersloot 1936-1960
- Luchtoorlogdatabase Noord-Holland 1939-1945, Hans Nauta
17
k