M w
Wat 'beurde' de molenaar
Zo was het salaris van de molenaar rond 1800 ongeveer 40,— per
jaar. Verder beurde hij nog ƒ2,— voor vet, want de molen moest peri
odiek goed gesmeerd worden. Het molenaarsloon was, om het hoofd
boven water te houden, bepaald geen vetpot.
Voor de smering van de molen was de molenas het meest belangrijke
onderdeel en deze as diende bij elke maling te worden gecontroleerd,
zo nodig gesmeerd. In de zomermaanden gebruikte men varkensvet
en in de wintermaanden paardenvet wat vooral te maken had met de
viscositeit van de soorten vet.
Het reglement van 1806
In 1806 kwam er een reglement voor de molenaars in Akersloot en
de Woude want het drankmisbruik tijdens het malen kon dikwijls de
spuigaten uitlopen! Het reglement bestond uit 23 artikelen, waarvan
artikel 13, 19 en 23 facsimile zijn overgenomen.
(Facsimile een volkomen gelijke reproductie van het artikel).
Het molenhuisje
uit 1824.
kostbare reparaties aan de watermolen niet meer uitgevoerd zouden
worden en de molen moest wijken voor moderne bemaling.
Met deze besluitvorming viel het doek voor de watermolen.
68