Handje helpen
en het recht
Op mijn vrije zaterdagmiddag ben
ik erheen gegaan. Ik had wat doe
ken en afgewerkte olie meegeno
men en daarmee een klein vuurtje
gemaakt bij de stalen vijzel. Je
maakt dan een gecontroleerd
brandje en zo hoopte ik de vijzel
ijsvrij te krijgen. In die tussentijd
ging ik even naar het gemaal op
Dorregeest om nog wat te halen.
Toen ik terugkwam, was het feest.
Het bleek dat de brandweer was
gealarmeerd en volop bezig was
het brandje te bestrijden. Er was
weinig vuur maar veel rook. Ook
de politie kwam erbij. Uiteinde
lijk kreeg ik een procesverbaal en
kwam ik voor de rechter te staan.
Waar ik bloemen had verwacht
kreeg ik een boete van vijftig
gulden.
Het was niet de laatste keer dat
ik voor de rechter stond. Boeren
hebben soms andere belangen. Zo
is er een keer een stuk bollenland
Sinterklaasintocht
Een aantal jaren heb ik ook de
Sinterklaasintocht voor Limmen
gedaan. De intocht werd georga
niseerd door de Oranjevereniging.
Met een bootje voer ik naar de
A9 waar ik bij de duiker moest
wachten. Als Sinterklaas en de
Pieten met de auto arriveerden
stapten ze daar in de boot.
onder water gelopen en verzopen.
Iemand had de schuif dichtgezet.
Volgens mij probeerden ze zo ver
zekeringsgeld van de polder op te
strijken. Uiteindelijk zijn we toen
wel in het gelijk gesteld.
rniïïimifiMFiïtiTiiMgiril fiIMMlIil
AKERSLOOT Machinist. Cees
Winter van het vijzelgemaal, dat de
Klaas Hoorn- en Kijfpolder (gesitu
eerd aan de westelijke rand van het
Alkmaardermeer en nu onderdeel
„Het het Lange Rond" droog moet
houden is door de Alkmaarse kan
tonrechter gestraft met een boete
van vijftig gulden. Wegens overtre
ding van het (zelden gebruikte) ar
tikel 429 van het Wetboek van
Strafrecht: „hij die een vuurwapen
afschiet, vuurwerk afsteekt of een
vuur aanlegt, voedt of onderhoudt
op zo'n korte afstand van ge
bouwen of goederen dat daardoor
brandgevaar kan ontstaan wordt
gestraft met hechtenis van ten
hoogste 14 dagen of een geldboete
van ten hoogste f200,-. En Cees
Winter had een vuurtje gestookt.
Het gebeurde speelde zich af in
maart, in de dagen waarop Koning
Winter aan zijn terugtocht begon.
Eindelijk. Het dooiwater kon
evenwel niet zo snel worden afge
voerd. De vijzel van het gemaal zat
namelijk nog vast. Toen kreeg ma
chinist Winter een telefoontje na
mens het gemeentebestuur van
Akersloot: „of 'ie kon malen, want
de sportvelden dreigden onder
water te lopen". Op zijn vrije zater
dagmiddag ondernam hij pogingen
om de vijzel te ontdooien: met de
warmte van een vuur, dat werd ge
voed door in een emmer verzamelde
ruwe, afgewerkte olie. Behalve
warmte veroorzaakte dat vuur óók
veel rook. De vrijwillige brandweer
van Akersloot rukte uit: „het ge
maal stond in de brand".
Machinist Winter probeerde de
brandweercommandant en een mee
uitgerukte politieman vervolgens
duidelijk te maken, dat er niks aan
de hand was: dat hij eigenlijk bezig
tuas om te proberen een verzoek van
het gemeentebestuur van Akersloot
in te willigen. Een poging, die hem
bovendien nog veel extra werk be
zorgde.. Want het roette nogal. Er
viel in het gemaal het een en ander
schoon te maken. Cees Winter had
daarom niet zo veel tijd om een
ander omstandig uit te leggen. Ddt
irriteerde de politieman weer en zo
escaleerde de boel. Machinist Cees
Winter kreeg een proces-verbaal
aan zijn broekomdat hij het ge
meentebestuur wilde helpen in een
noodsituatie. Slachtoffer van het
gezegde, dat de linkerhand soms
niet weet wat de rechter doet.
Maar het recht moet zijn loop
hebben!.