f-
Piet en Jansje Buur
Als er langdurig gemalen moest worden dan loste mijn ome Jan hem
af, hij was de hulpmachinist. Het gaf soms wel problemen met de
tuinderij maar als het waterpeil te hoog werd dan moest je draaien. Ik
ging als kind vaak met m'n vader mee. Moeder Jansje was daar niet
zo blij mee want ze vond het maar gevaarlijk met al dat stromende
water in de buurt. Als ik vanuit school tussen de middag thuis kwam
dan mocht ik even naar hem toe. Ik bracht het eten langs, ik weet
nog precies hoe dat ging. In een pannetje gingen de aardappelen
met groente, daar bovenop een kleiner pannetje met griesmeelpap
of pudding en daarop omgekeerd een bord. Dit alles werd in een
rode zakdoek dichtgestrikt en zo kon ik op pad. De buren kwamen
regelmatig even bij mijn vader langs. Klaas Winter van Dorregeest
bracht een bakkie koffie of Aaf Kaandorp kwam met een appeltje
of wat lekkers. We woonden achter het gemaal aan de Hemweg. Zo
kon mijn moeder het mooi in de gaten houden. Als hij stopte met
malen dan hoorde je de aandrijfriemen kletteren als die langzamer
draaiden en dan wist ze dat hij thuiskwam.
Hij was ook verantwoordelijk voor het onderhoud aan het gemaal
zoals het schilderwerk en het teren van het houtwerk. In het voorjaar
kwamen de hoofdingelanden langs om de opstallen te schouwen. Ik
weet nog dat hij een keer bezig was om de goten van het gemaal
leeg te halen. Hij floot richting huis en stond daar boven in de goot
te zwaaien, recht boven de draaiende vijzel. Mijn moeder is zich
toen rot geschrokken. In de winter was het verplicht om de vijzel en
keerdeur bij de uitlaat ijsvrij te houden. Met een speciaal schopje
stak of haalde hij het ijs weg. Als het dan weer ging dooien dan
kon je direct de machine starten. Ik weet nog dat hij na een lange
vorstperiode weer begon te malen. Er was weinig zuurstof in het
water en de vissen reageerden direct. Bij de uitlaat van het gemaal
krioelde het van de karpers die zelfs uit het water sprongen op zoek
naar zuurstof. Heel Dorregeest stond erbij en er werd daar wekenlang
kaïper gegeten. Bij de inlaat van het gemaal lag een gigantische berg
ijs, meegezogen door de stroming.
Boeren
In Akersloot lag het lage land van de Limmerpolder. Hier verzamelde
het water zich en hadden de boeren het meeste last van hoge water
standen. Ik weet nog dat m'n vader op een zondag aan het malen was.
Voor het op zondag draaien kreeg de machinist een toeslag. Iemand
van het polderbestuur uit Limmen kwam langs en hij zei tegen vader
dat ie onmiddellijk moest stoppen. Mijn vader, plichtsgetrouw als
hij was, deed dit ook. Een paar uur later stond er een Akersloter boer
35
jS&