Ik maakte kleding voor mijn
jongere zussen en broers, ook het
breien van vestjes en sokjes ging
me goed af. Ik vond het leuk om
te doen. Er was in die tijd geen
televisie dus zaten we 's avonds
vaak gezellig, luisterend naar
muziek, te handwerken.
Inmiddels had ik van vader en
moeder een tweedehands gitaar
gekregen en ging ik in Uitgeest
bij Siem Hoope gitaarlessen
volgen.
Ook mijn zusje Elly was zeer
muzikaal en later traden we op
met het Castricums Amusement
Orkest.
Het muzikale hadden we van va
der. Ik kan me herinneren dat wanneer ik als kind na het kerkbezoek
op zondagochtend (de ochtendmis was 06.30 uur) thuis kwam, vader
zich zingend stond te scheren. Hij zong altijd liedjes van de kleine
man, Louis Davids. Corry herinnert zich hiervan nog enkele zinnen
en begint spontaan te zingen:
"Wij verzorgen onze medeburgers tegenwoordig best, als je niet
werkt krijg je 18 gulden premie",enz.
Vader speelde ook mondharmonica, wat ik later ook heb geleerd. Het
eerste liedje dat ik speelde was "kleine blonde Mariandel".
Ook hadden we thuis een grote Jukebox in de hoek van de kamer
staan, daarvoor kochten we dan langspeelplaten van Freddy Quinn,
of uit de film "De Glenn Millerstory". Vader heeft later de jukebox
weer verkocht.
Ik heb fijne herinneringen aan mijn jeugd, wij hadden het thuis
heel gezellig en ik heb dan ook zeer warme gevoelens voor mijn
ouders.
Toen ik 14 jaar was gingen we verhuizen naar een woning aan de
Julianaweg, huisnummer 16.
Vader had deze woning voor 1000,— gekocht van Borst (Joost of
Gerrit). Hier is de jongste van het gezin, zoon Piet, geboren.
Een gezellige tijd brak aan. We sliepen met z'n allen op een lange
HJ-
8