3 December. Dinsdag 29 Nov. werd door notaris De Lange en Roos
te Alkmaar verkocht het huis en smederij van den heer C. Zijp,
hetwelk voor de som van 4000 werd opgehouden door den hypo
theekhouder.
Na den verkoop werd het perceel overgenomen door den heer
S. Melker, smid te Warmenhuizen.
13 Februari. De bloembollenkweeker Th. Schut Pzn, Westerweg
alhier, die dezer dagen aan het diepspitten was in zijn tuin aan den
Buurtweg, tegenover de Ned. Herv. Pastorie, vond op een diepte van
ongeveer 1 Meter een 10-tal zilveren munten in een reeds vergaan
lederen zakje. Enkelen zijn er grooter als een rijksdaalder en een
gulden, terwijl twee de grootte hebben van een gulden. De jaartallen
varieeren van 1562-1572. Op de meeste komen z.g. familiewapens
voor. Ze verkeeren allen nog in gaven toestand. Wel iets voor ver
zamelaars van oude munten.
22 Februari. De bij Akersloot opgegraven munten. Een deskundig
verzamelaar, mr. E.H. Hijmans, alhier, is zoo vriendelijk ons daarover
de volgende nadere bijzonderheden mede te deelen:
Ik kan u mededeelen, dat het vondstje overigens van weinig munt-
kundig belang, bestaat uit tien stuks, te weten: een Philipsdaalder
van Gelderland van 1563; 'n halve Philipsdaalder van Gelderland
van 1566, een Philipsdaalder van Gelderland van 1572, een Bour
gondische kruisdaalder van Gelderland van 1569, een halve Philips
daalder van Holland van 1573, twee Bourgondische kruisdaalders
van Holland van 1567 en 1568, een 1/5 Philipsdaalder van Holland
van 1572, een daalder van de abdij Thorn in Limburg van 1570 en
een thaler van Maximiliaan de Berges, aartsbisschop van Cambrai
van 1568.
De Philipsdaalders vertoonen aan de eene zijden het borstbeeld van
Philips II en aan de andere zijden het Spaansche wapen; de Bour
gondische kruisdaalders, eveneens ten name van Philips II geslagen,
vertoonen aan de eene zijde in hoofdzaak een Andreaskruis en aan
de andere zijde het Spaansche wapen. Bij beide soorten munten is
in het omschrift aan de voorzijden te lezen voor welk territoir in
ons land de munten geslagen werden: in casu dus voor Holland en
Gelderland. Een nadere beschrijving van de munten van Thorn en
Cambrai is voor de lezers van weinig belang.
Alle munten behalve die van Thorn vertoonen een "klopje", d.i. een
ingestempeld wapentje van Holland of Zeeland, welk stempeltje
beteekende, dat de munten in de provinciën, met welker wapentjes zij
waren geklopt als nog als volwaardig konden worden beschouwd.
73