r
f
pootje baaien, uitrusten en water destilleren (wat dus niet
lukte). Maargoed uitgerust gingen we naar de volgende post.
Daar kregen we opdrachten over bomen. Bij de laatste post
van die dag kregen we eten. Hans van Zwol had een leuke
hindernisbaan uitgezet bestaande uit bokspringen en over de
evenwichtsbalk lopen. Vanaf die post liepen we een enorm
stuk naar het oosten en kwamen aan de andere kant van de
Kennemerstraatweg in landgoed Ter Coulster terecht. Daar
zetten we de tenten weer op. Deze avond aten we zelfgekookte
macaroni en soep. Na een groot spel gedaan te hebben gingen
we naar bed. Op zondag kregen we een routebeschrijving,
2 patrouilles gingen fout. Maar na ingrijpen van Wil Buur
kwamen we toch weer op het goede pad. Bij de eerste post
moesten we schetsen, erg moeilijk. Bij een sloot werden we
met een zelfgemaakt vlot overgezet. Daarna liepen we terug
naar het gebouw, waar we uitgeput, maar toch wel terugkij
kend op een geslaagd weekend aankwamen.
Ronald Dekker
Lord Baden-Powell
De eerste jaren was Wim Groen op enige afstand groepsleider ge
weest, zijn taak werd overgenomen door Nel van Duin. Haar werk
bij de welpen werd overgenomen door Lida Leyen, Elly Verduin
(uit Uitgeest), Jacintha Leyen en Hennie Verduijn. Vooral de laatste
zou zich in de loop der jaren ontwikkelen tot een steunpilaar van
de groep, en dat is ze nog tot op de dag van vandaag. Ook Marian
Meijne kwam bij de leiding en was, vooral in het bestuur, belangrijk
voor de groep.
We hadden nu ook geregeld groepsraden onder de bezielende leiding
van Nel en daarnaast ook een goede onderlinge band.
Van verkenner naar scout.
De grondlegger van Scouting is Lord Robert Baden-Powell,
een luitenant-generaal in het Britse leger. Het spel is geba
seerd op zijn verkenners ervaringen. In 1907 wordt het eerste
zomerkamp gehouden met 21 jongens om zijn ideeën over
een nieuw jeugdspel, uit te proberen. In 1909 is in Londen
een bijeenkomst van 11.000 boyscouts, een voorloper van de
latere Wereld Jamboree. In 1910 start in Den Haag de eerste
groep, weldra gevolgd door meisjes groepen. Ook ontstaan
er diverse overkoepelende organisaties vanuit verschillende
religieuze achtergronden.
54