Financiën
Maar de begroting laat zien dat voor de 21 huisaansluitin-gen op De
Woude een KWU prijs van 0,60 nodig is om enigszins uit de kosten
te ko-men. Dit is het dubbele van hetgeen gebruikers in Akersloot
betalen. Bovendien is er al elektriciteit op De Woude. Veenderij "De
Woude" heeft een elektrische krachtstroom-voorziening. De eige
naars hiervan zijn de Verenigde Kolenmaatschappijen te Rotterdam.
In 1926 neemt het GEB de exploitatie van het bestaande netwerk op
De Woude over en worden enkele panden aangesloten. Het bestaande
trafohuisje en netwerk worden gehuurd en aangepast, hierdoor krijgt
ook het gemaal een aansluiting. Toch blijft de hoge stroom-prijs voor
de bewoners van De Woude een probleem. De bewoners zijn creatief
in het vinden van een oplossing. Ze grijpen hun kans als veenderij
"De Woude" haar activitei-ten op het eiland gaat beëindigen. Ze
kopen het trafohuisje op en helpen belangeloos bij het uitbreiden van
het bestaande netwerk. Ook voeren ze zelf bagger- en grondwerk
zaamheden uit voor het leggen van een aanvoerkabel door de Marker
vaart. Het resultaat is dat de commissie van bewoners op De Woude
hiervoor van het GEB een eenmalige vergoeding krijgt. Bovendien
kan de stroomprijs sterk worden gereduceerd. Tegelijkertijd krijgt
ook de Kogerpoldervlotbrug een elektrische aandrijving. Stukje bij
beetje wordt het netwerk verder uitgebreid. Als laatste worden de
panden aan de Westdijk aangesloten. De hier gevestigde veehouders
hebben al meerdere malen om aansluiting gevraagd, maar dit werd
steeds te duur bevonden. Voor deze aansluitingen wordt naast het
pontveer een ka-bel onder het kanaal gelegd.
In de beginjaren staat de leverprijs van het PEN per KWU voor een
heel jaar vast.
Maar in 1926 wordt een contract aangegaan waarin de stroomprijs
wordt gekoppeld aan de kolenprijs met een gemiddelde van 10,- per
ton. Bij prijsschommelingen vindt er verrekening plaats. Hiervoor
wordt de maandelijkse kolenprijs van de mijnen Emma, Wilhelmina
en Hendrik als maatstaf genomen. Er waren ook enkele gemeenten
die lang-lopende prijscontracten hadden van 20 jaar of langer met het
PEN. Hieraan ging het PEN bijna ten onder. Zo liepen de verliezen
voor het PEN op van 92.000,- in 1917 tot ƒ611.000,- in 1920. De
provincie verleent renteloze leningen en het duurt dan ook nog jaren
voordat het PEN deze verliezen te boven komt. In de loop der jaren
nemen de afne-mers steeds meer stroom af, hierdoor kan de prijs
per KWU afnemen. In de jaren dertig is er een diepe economische
crisis, het aantal afsluitingen stijgt dan flink. Na de eerste mondelinge