De ontwikkeling van de
makelaar en topgevel.
De makelaar wordt in
de loop der tijd steeds
korter. In de topgevel
worden de ramen groter.
Bolvorm
Kurkentrekker
en regio's ontwikkelen zich eigen vormen en betekenissen van de
makelaar. In Friesland en omgeving is vooral het "Uilenbord" of
"Oelebred" gemeengoed op boerderijen. Veelgebruikte motieven op
het "Uilenbord" waren paardenkoppen, levensbomen of religieuze
symbolen. In bepaalde streken van Friesland betekende een makelaar
op het dak dat er geen hypotheek meer rustte op het onroerendgoed.
Maar we dwalen af, we gaan weer terug naar Noord-Holland. Van
oorsprong wordt de makelaar hier vooral toegepast op rieten daken
bij houten woningen. Uiterst brandbare materialen. Een brand kon
daardoor een groot gedeelte van een stad verwoesten. Na de zo
veelste brand in Hollandse steden worden dakpannen en/of stenen
muren voor de herbouw in steden verplicht gesteld. Bij gebruik
van dakpannen op het dak is een makelaar niet meer noodzakelijk.
Maar toch blijft de makelaar gehandhaafd als draagbalk van de
kap. Op het platteland gaan deze veranderingen wat minder snel.
Hier blijft riet lange tijd de meest gebruikte dakbedekking. Zo in de
loop der tijden verandert de makelaar ook van vorm en afmeting.
Het wordt mode om steeds grotere ramen en luiken in de topgevel
aan te brengen. De makelaar wordt dan aan de onderzijde korter en
heeft alleen nog maar een sierfunctie. Vooral in de steden krijgt de
makelaar een steeds sierlijker vorm. Wat begon als stok of plankje
is dan uitgegroeid tot rijk bewerkte makelaars met bollen en pieken
erop. Deze pieken vertoonden veel overeenkomst met de sierlijke
pinakels op de gotische kerken. In de 19e eeuw krijgen de pieken
een gedraaide of spiraalvorm, de kurkentrekkermakelaar. Vooral in
de Zaanstreek, waar vanwege de scheepsbouw en houten woningen
een grote traditie is in hout, zijn uitbundige makelaars te vinden. De
welvaart van de bewoners was af te lezen van de makelaar. In minder
welvarende streken en op het platteland blijven de makelaars relatief
eenvoudig van vorm. In de 2C helft van de 20c eeuw verdwijnen veel
makelaars van de gevel, vaak aangevreten door houtrot en lastig in
het onderhoud. Tja, het is de tijdgeest.
63