Na herbouw van de toren
in 1652 Jk
der te belasten. Onwilligen wordt gedreigd dat er bij hun begrafenis
geen klok zal luiden. Een jaar later komt er van Amsterdam ook een
uurwerkklok. Nu hingen er weer twee volwaardige klokken in de
protestantse kerktoren.
Helaas was ook deze toren geen eeuwig leven beschoren, al hield hij
het honderdtachtig jaar vol. In 1836 moest hij, wegens verregaande
bouwvalligheid, worden afgebroken. Vele reparaties hadden niet tot
een blijvend resultaat geleid. Het oude kerk
gebouw werd eveneens voor een groot deel
afgebroken en onderging een gedaantewis
seling. Bij de nieuwbouw van nog datzelfde
jaar werd een klein houten torentje op de
kerk geplaatst met daarin een kleinere klok.
Niet de grote galmklok uit de oude toren, die
is mogelijk naar Parijs verdwenen.
Pastoor Baters 1820-1828) bouwt in 1825
een torentje op het schuurkerkje in de Over-
tuin. Een tweedehands klokje uit 1762,
Na aanbouw van de licht en met een hoog zilveren stemmetje wordt plechtig gewijd in
consistoriekamer een Heilige Mis met drie voorgangers. Baters tuigt zijn kerk op met
nieuwe ramen, kunstbloemen, kleden en kandelaars en er komt een
uurwerk in de toren. Tussen 1838 en 1864 wordt er onder pastoor
Isink veel geknutseld aan de schuurkerk maar het blijft behelpen. De
vloer vertoont diverse gaten maar dateert dan ook van 1633.
De nieuwe pastoor Grijskamp zet al meteen bij zijn komst in 1864 aan
tot de bouw van een nieuwe kerk met een nieuwe toren. "En er kwam
56