Feesten en Mijn vader gaf de jaarlijkse terugkerende feestdagen altijd iets bij-
tradities zonders mee. Hij hield van tradities. Speciaal SintNicolaas, Kerstmis
Zingen, neuriën, fluiten; het hoorde bij hem. In het jaar dat ik in de
winkel kwam te werken overleed mijn opa. De laatste jaren had hij
bij tante Trijn ingewoond, die liefdevol voor hem had gezorgd. Opa
is 85 jaar oud geworden.
Het hebben van een winkel en de zorg over opgroeiende kinderen
vergden veel van mijn ouders. In 1954 was er nog een meisje ge
boren die de naam Ellie had gekregen. Vijf kinderen waren er nu in
ons gezin; twee jongens en drie meisjes. De oudste, Jan, ging naar
het lyceum in Alkmaar. Ik hielp in de winkel, de anderen zaten op
school en de jongste was nog thuis. Veel monden om te voeden en
veel geld was er nodig voor kleding en de opleiding van mijn broer
Jan, die goed kon leren. Daarbij kwamen de kosten voor de aankoop
van insuline. Elf gulden voor drie flesjes; dat was veel geld.
Er tekende zich vooruitgang in onze winkel af: een nieuwe snijmachi
ne. Drie worstsoorten werden aan het winkelassortiment toegevoegd.
Geen dure vleeswaren, maar voor de gewone man. Ook kaas konden
we nu snijden. Er kwamen nieuwe producten en merken. Naast Van
der Plaats en Douwe Egberts koffie gingen we ook het merk Tic-
tac verkopen. Onder andere Rama-margarine, Crackfree-stijfsel en
Bebogeen, een broodbelegsmeersel, veroverden een plaatsje in onze
winkel. Er kwam een Stophoestautomaat buiten aan de winkeldeur.
Maar deze vooruitgang nam de financiële zorgen niet weg. De zuig
kracht van de zelfbedieningszaken was te groot. Steeds vaker zag
ik mijn vader wit wegtrekken en liep hij met zijn hand op zijn maag
door het huis. Mijn moeder schonk dan een glas warme melk voor
hem in uit een fles die altijd achter de kachel stond. "Het gaat wel
weer", zei hij dan wat later. Maar het ging niet; hij kreeg steeds meer
last. Het bleek een maagzweer te zijn en ziekenhuisopname volgde.
Zoals altijd schoot zijn broer Jaap van de Koningsweg te hulp. Ook
een broer van mijn moeder, oom Gijs, een klein pannantig mannetje
die het woord kruidenier alleen maar uit een woordenboek kende,
reed op de bakfiets de bestelde waren naar de klanten alsof hij nooit
iets anders had gedaan. Na zes weken ziekenhuisopname werd onze
woning aan de Pontweg weer gevuld met gezang en vrolijkheid.
Pappa was weer thuis.
en één april zijn in mijn geheugen gegrift. Onomstotelijk staat voor
mij vast wat mijn vader me geleerd heeft toen ik nog een klein meisje
46