Oorlog en
bezetting
V.l.n.r.: Dirk Verduin,
Hannie Dekker, Piet
Koelewijn, Jan Baltus,
met de kinderen Jan en
Gerarda voor op de fiets
en Bets.
Foto 1943
Maar het prille geluk werd ruw verstoord toen een halfjaar later, op 10
mei 1940, Duitse militairen ons land binnenvielen. Mijn moeder was
toen van mij in verwachting. De bezetting was nog maar nauwelijks
begonnen toen ik geboren werd in het 'Pontweghuis'.
Dat grote huis met zijn rode dak stond en staat nu nog als chinees
restaurant stevig op de Akerslootse grond. Rechts van het huis was
een steeg met aan de muur een groot Douwe Egberts reclamebord en
voor het huis lag, als een natuurtapijt, wit zand vermengd met grind
en stukgetrapte schelpen. Er waren twee ramen, een winkeldeur en
een etalageruit waarachter grutterswaren lagen. Daarachter was een
winkeltje, een kamer, een voorkamer en een keuken. Die keuken was
ruim met in het midden een zwart geverfde trap, die naar de zolder
en een paar slaapkamers ging. Op die zolder lag tussen dozen en
een oude kast mijn vaders viool. Vanuit de keuken kwam je in de
achterkamer. Dat was een vertrek waar in het midden een tafel stond
en stoelen. En er was een 'mooie' kamer met twee ramen die op de
Pontweg uitkeken. Achter de winkel was nog een magazijntje, waarin
weer een deur was die naar de keuken ging. Bij de achterdeur in de
keuken was 'het straatje', een klein betonnen terrasje.
Daar was een buitentoilet, een dubbele, ook voor de buren be
stemd.
In het begin van de bezetting ging de verkoop in de winkel nog wel,
maar langzamerhand maakte de distributiewetgeving het winkelen
steeds moeilijker. Praktisch alles kwam op de bon en er ontstond
schaarste aan van alles. Kopen zonder bon was moeilijk want iedere
verkoop moest worden verantwoord. Zonder de ontvangen bon-
38