De jeugd van Mijn moeder had een heel andere achtergrond dan mijn vader; zij
mijn moeder kwam uit de grote stad. Amsterdam toonde zijn lentegezicht: knop
Muziek en zingen bleven voor mijn vader zijn lust en zijn leven.
Naast de alttrombone speelde hij ook nog viool. Door zijn muzika
liteit beheerste hij de instrumenten vrij snel. Als violist speelde hij
in een bandje. Samen met drummer Cor Schoon, de accordeonnisten
Willem de Greef en Gerbrand Bakker vormden zij "Het Havere
Bandje". Ze speelden bij Jan Verduin (café De Vriendschap). Toen
hij eenentwintig werd meldde mijn vader zich aan als koorzanger in
de R.K. kerk van Akersloot. Vol enthousiasme zong hij op het koor.
Het was jammer dat zijn moeder dat nog maar korte tijd kon horen.
Ze overleed, 60 jaar oud, eind december 1931.
pen in de bomen, bloemen in het Vondelpark en in de plantsoenen en
de mensen in hun voorjaarskleren. Het was 20 mei in het jaar 1917.
Op de kraamafdeling van het Wilhelmina Gasthuis in Amsterdam zei
een zuster: "Gefeliciteerd mevrouw Draaisma, u heeft een dochter."
Het was de eerste dochter van Martinus Draaisma en Gerarda den
Ouden. Ze had al vier broers: Tinus, Co, Gijs en Henk. Ze noemden
haar Bep, maar officieel heette ze Elisabeth Martina.
Met het huwelijk van haar ouders ging het niet zo goed en toen
mijn moeder vier jaar oud was kwam het tot een scheiding. Mijn
oma verhuisde toen naar een goedkopere woning. Ze kwamen in de
Haarlemmerhouttuinen te wonen. Voor mijn oma zat er niets anders
op dan uit werken te gaan. Ze ging kantoren schoonmaken. Omdat ze
daardoor hele dagen niet thuis was, ging mijn moeder bij haar tante
Betsie wonen, een halfzuster van mijn grootmoeder in Amersfoort.
Daar is ze naar de lagere school gegaan. Maar toen tante Betsie vijf
jaar later kwam te overlijden keerde mijn moeder weer terug naar
Amsterdam. De school waar ze heen ging was een rooms-katho-
lieke lagere school van de Franse orde van 'Onze Lieve Vrouw en
het kindje Jezus'. Soeur Mart, was het hoofd van die school. Mijn
moeder kreeg daar van de zusters, naast het gewone onderwijs, ook
haar opleiding in het katholieke geloof. Haar vader was protestant
en haar moeder katholiek. De huwelijksafspraak was geweest: de
jongens worden protestant en de meisjes katholiek opgevoed.
Toen mijn moeder van de lagere school kwam. was de gezinssituatie
bij mijn oma nog niet verbeterd. Zij ging nog steeds elke dag uit wer
ken en daarom besloot ze dat mijn moeder naar de kostschool 'Huize
Meerzicht' in Velsen-Noord moest. Deze school werd geleid door de
35