uw en zuster
retrokken met
opa helemaal
hoofdteelt het
te groeide uit
vijf varkens,
lij land van de
rotouders een
e verkoop van
it een wel. Als
ard en wagen
c. De varkens
dees werd ge
verden in zout
e ze groenten,
ïaar door.
de zijn herfst-
fgesneden, de
huisje aan de
e vroedvrouw
kandeeldrank,
eze zoon was
aTiebie.Toen
a hem werden
Ike dag op zijn
wandelingetje
stonden. Toen
opa,Jacobus
kkersloot. Hij
bleef zijn we-
/rouw die een
crèmekleurig
n de voor- en
nterklaasfeest
egen dan een
lukkige herin-
veel natuur en
Links de boerderij aan de
Zandweg
(nu Koningsweg) en
rechts de huidige situatie
vrijheid om te spelen. Jantje was gek op dieren en die waren er genoeg
in en om het huis. Hij ging naar de lagere Sint Jacobusschool aan de
Achterweg (nu Julianaweg). Het schoolhoofd was meester Sernee,
een strenge, eerlijke man. Na schooltijd ging mijn vader bijna altijd
naar zijn oom Lauw en tante Pietje die hem stierlijk verwenden. Hij
bleef daar het liefst ook slapen, maar dat wilden zijn ouders niet.
Op doordeweekse dagen werd er geen vlees gegeten, dat was te duur.
Zaterdags werd er varkensvlees van de eigen slacht gebraden en dat
werd dan zondags gegeten. De andere dagen werd er een mosterd-
doop gemaakt met aardappelwater voorbij de warme maaltijd. Bij de
broodtafel kreeg iedereen twee dikke sneden eigengebakken brood
met suiker of spek.
Op zaterdagavond moesten alle klompen worden schoongeboend met
zand zodat iedereen op zondag op schone witte klompen zou lopen.
Geverfde klompen waren een luxe; mijn opa had één paar voor de
zondag. In de winter had hij stro in zijn klompen, tegen de kou.
Begin mei en in november werd het bollengeld ontvangen; dan ging
het hele gezin een dagje naar Alkmaar of Amsterdam. Dat waren
hoogtepunten voor de kinderen. Dan werden er kleren en bijzondere
dingen gekocht.
Elf jaar was mijn vader toen hij van de lagere school afkwam. Mees
ter Sernee kwam naar het huisje aan de Zandweg. Mijn opa was in
de tuin bezig met zijn lelies. "Baltus, Baltus, weet watje doet", de
wijsvinger van de schoolmeester ging daarbij waarschuwend heen
en weer, "Laat Jantje toch doorleren, hij heeft zo'n goed verstand."
Maar opa zei heel beslist: "Nee, nee, hij blijft hier bij mij, veldarbeid
is goed voor Jan." En dus ging de elijarige Jan, samen met zijn broer
Jaap, aan het werk in de tuin. Eerst het lichte werk: paden schoffelen
en regels doorhalen, want als je elf jaar bent zijn je spieren nog niet
zo sterk.
33