Van Ijzertijd naar Middeleeuwen
Zijn de Saksen de nieuwe bewoners?
snel een einde aan. De betere plekken op de strandwal, dus daar
waar bomen konden groeien, zullen al snel benut zijn geweest voor
de verbouw van gewassen. Grazende schapen en geiten zullen wei
nig ruimte hebben gelaten voor een spontane plantengroei. Uit di
verse onderzoeken op de strand wallen blijken de aangetroffen
bewoningsniveaus vrij snel te worden afgewisseld door dikke lagen
stuifzand. Uitgebreid pollenonderzoek op de strandwal van Dorre
geest leverde voor de Romeinse periode een beeld op van een boom
loos landschap.1 Bij onderzoek in Assendelft is gebleken dat in
deze periode ruimschoots gebruik gemaakt werd van turf als brand
stof.2 Dat was trouwens ook het beeld dat de Romeinse schrijver
Plinius schetste toen hij in de eerste eeuw na Chr. onze
gebieden bezocht.
Met de omslag naar een natte periode in de loop van
de 3de eeuw (Duinkerke II) eindigde de bewoning in
de veengebieden. Alleen in de Kop van Noord-Hol
land, op de strandwallen en in het duingebied kon men
het nog wat langer volhouden. In de loop van de 5e
eeuw lijkt de bewoning in noordwest Nederland te zijn
verdwenen. Oorzaken zijn niet moeilijk te bedenken.
Enkele jaren met mislukte oogsten en/of veeziekten en
een decimering van de bevolking is een feit. Een tref
fend voorbeeld is de enorme sterfte in Ierland (één mil
joen mensen) in het midden van de 19dc eeuw, na en
kele mislukte aardappeloogsten. Het wegvallen van de
noordgrens van het Romeinse Rijk bracht eind 4de eeuw
een trek naar het zuiden opgang. Aan het eind van de 5dc eeuw -
begin 6de eeuw trokken Angelen, Saksen en Juten naar Engeland.
Maakten onze kustbewoners daarvan deel uit of waren zij al eerder
op zoek gegaan naar betere levensomstandigheden?
Eind 6de eeuw lijkt het klimaat zich te verbeteren. Een bevolkings
toename in deze periode is niet gemakkelijk vast te stellen. Enorme
zandmassa's bedekten vanaf de 9d710dc eeuw de oude duinen. Hier
door zijn ongetwijfeld veel sporen uit die periode aan het zicht ont
trokken. De open kust van Groningen en Friesland geeft wat meer
informatie. In deze periode vestigde zich hier een omvangrijke be
volking. Hun dorpen, met namen eindigende op -um of -em, een
verbastering van 'heim', veronderstellen een Saksische herkomst.
87