;k een eigen uit. as maker. Zij in Egmond- >r kaasmaker pleiding kon >r Akersloot. Bruinenberg oorkomende :den was het Melkrijder J. Kerssens. Voor de auto v.l.n.r.: K. Mienis, P. de Goede en J. Bosman Wat vader in die tijd verdiende weten we niet meer, wel kreeg hij elke week boter en een Edammerkaas gratis.. Als kleine jongens kwamen we graag in de fabriek. Door het persen van de kaas werden randen tussen de kaasvorm en volger gevormd. We kregen dan vaak van die kaasrandjes ze waren lekker zout. Toen vader niet meer bij de fabriek werkte, begon hij voor zichzelf. Hij ging kaasventen. Op woensdag in Akersloot en de andere dagen in omliggende plaatsen. Dit heeft hij gedaan tot vlak na de Tweede Wereldoorlog. Deze kaas kocht hij niet bij de fabriek, maar bij de firma Henneman uit Alkmaar. erijen langs, d gedaan. Er krijgen. Het ïtaald en nog Aanvoer van de melk In de beginjaren brachten de boeren zelf de melk naar de fabriek. Meestal gebeurde dit met paard en wagen. In latere jaren verzorgden de vrachtrijders Jan Kerssens en Adam Sengers het transport. it, ontmoette ïaken. ngen wonen g waren ver te de familie jl herbouwd. Opslag en verkoop van kaas De kaas werd opgeslagen op de zolders van de fabriek en moest regelmatig gekeerd worden om ze in model te houden. Als de kaas rijp was, ging Tambach met paard en wagen naar de kaasmarkt in Alkmaar om de kaas te verkopen. In latere jaren werd dit door de vrachtrijders gedaan. 77 m

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

De Groene Valck - Akersloot | 2006 | | pagina 77