Zuivelfabriek "De Hoop" in
Akersloot
Holland kaasland
Kaas is van oudsher één van de belangrijkste producten van de Ne
derlandse export.
De Hollandse grond is tamelijk drassig en daardoor vooral als gras
land voor de veehouderij geschikt. Door de ligging aan zee ontwik
kelden zich sinds de 14c eeuw handel en scheepvaart. Graan, dat in
het Hollandse grasland niet kon groeien, werd geïmporteerd, voor
namelijk uit de landen rond de Oostzee. De Hollandse schippers
voeren niet met lege schepen naar de Oostzee om dit graan te halen.
Al sinds de 15c eeuw namen zij kaas mee om deze daar te verkopen.
Hiermee is Nederland het oudste kaasexporterende land van Eu
ropa.
Kaasmaken op de boerderij
Vroeger werd de kaas uitsluitend op de boerderij gemaakt. De boe
rin had hierbij een belangrijke taak. Zij deed het grootste deel van
het werk, dat heel precies moest worden uitgevoerd. Vanouds maakte
zij twee keer per dag kaas: éénmaal van de zoete ochtendmelk en
éénmaal van de avondmelk. Omstreeks 1850 kwam er verandering
in deze gang van zaken. Vanaf die tijd kaasde de boerin nog maar
één keer per dag omdat zij de afgeroomde avondmelk bij de volle
zoete ochtendmelk ging voegen. Hierdoor ontstond een minder vette,
maar beter houdbare en steviger kaas. De room werd tot boter
gekarnd.
Kaasfabrieken
Na 1870 ontstonden de eerste kaasfabriekjes. Deze ontwikkeling
kwam op gang door daling van de prijzen voor zuivelproducten en
door concurrentie uit het buitenland. De boeren meenden dat ze sa
men sterker stonden om de prijsdaling en de concurrentie te overle
ven. Zij bereikten met de oprichting van fabrieken ook een meer
constante kwaliteit van de kaas, zodat deze kaas de concurrentie
met die uit het buitenland aankon. De eerste fabriek in Noord-Hol
land werd in 1883 in 't Zand gebouwd en in 1900 stonden er in
Noord-Holland al 60. Het bouwen ging onverminderd voort: in 1906
waren er al 98, wat in 1914 was toegenomen tot maar liefst 136.
Dit betekende dat er in elk Noord-Hollands dorp wel één of meer
kaasfabrieken stonden.
71