Op zondagmiddag ging ik meestal met een vijftal jongens biljarten
in het café van Jan Verduin. Altijd met hetzelfde koppeltje.
Als het dan afgelopen was gingen we met zijn allen om de kachel
zitten.
Er was maar één kachel voor het verwarmen van de grote zaal.
Ik heb ook nog een poos danslessen gevolgd. Eén keer per week gaf
een leraar dansles in het café van Jan Verduin.
Op dansles zaten tien jongens en maar vier meisjes, Coba Schut en
de zusjes Verduin, Griet, Guurt en Nel. Zo gauw de leraar zei: "we
gaan beginnen met de danspassen", ging 'rooie'
Dirk Schut naar Griet Verduin. Maar Griet wilde
niet steeds met Dirk dansen en draaide dan snel
achter Coba langs, zodat ze weer aan de ander kant
stond.
In het dorp had je ook café Van Kleef en café
Koomen. Van Kleef en Koomen waren protestant.
Vroeger was het zo: als je katholiek was mocht je
niet in protestante gelegenheden komen.
Als er bij café Van Kleef een dansavond was ging
ik als jonge jongen wel eens voor de ramen kijken
en dan kwam het voor dat ik uiteindelijk toch in
het café bedaarde. Thuis mochten ze dat beslist niet
weten.
In 1943 moest de firma Zonjee verplicht zeven ar
beiders leveren voor werkactiviteiten in Duitsland
en zo ging Lauw samen met zijn broer Arie en Jan
Schoon naar Duitsland.
Daar aangekomen gingen ze alle drie een kant op.
V.l.n.r.:
Henk Storm, Lauw van
Til, en Gerant Tuin.
Foto 1944 in
Duitsland.
Ik werd geselecteerd voor een fabriek in Speren-
berg, ongeveer 40 km van Berlijn.
Daar maakten we munitiekisten. Op een gegeven moment, toen een
oud baasje die altijd met paard en wagen reed, ziek werd, kwam de
chef in de kantine en vroeg: "Hollanders, weten jullie misschien
wie met paard en wagen kan rijden". Nou wij hadden thuis een paard
en wagen want vader was groenteboer, dus toen was het "Lauw van
Til heeft paard en wagen gereden van zijn vader". Dus de chef zei:
"Van Tiel", zo noemde hij me altijd, "je moet naar het station munitie-
kisten weg brengen".
45