kattenkwaad uit. Renkel bracht altijd een emmertje melk naar buur
vrouw Timmerman en tijdens een sneeuwballengevecht gooide ik
een sneeuwbal precies op zijn hand waardoor hij het melkemmertje
met een paar liter melk liet vallen.
Toen was het natuurlijk "wie heeft dat geflikt". Nou ja, Lauw van
Til is altijd bezig hè, dus ik kreeg de schuld. Ik ben er toen een
maand niet geweest, want dat dorst ik toch niet hoor.
Er waren in die tijd nog veel winkeltjes op het dorp. Zonde dat veel
van die winkeltjes zijn verdwenen.
Schuin tegenover de kerk was de sigarenwinkel van Jan Kerssens,
die als bijnaam Jan de sigaar had. Na de mis gingen de mannen daar
hun rokertje halen.
Samen met een paar vrienden kochten wij ook wel eens een pakje
sigaretten, voor vijf centen. We lapten allemaal een paar centen en
gingen daarna naar 't Schouw, waar we bij kruidenier Van Duin
sausies haalden.
Vervolgens gingen we aan het kanaal zitten om te hengelen met een
lange stok die voorzien was van een touw, lucifers in het midden en
een stuk brood eraan. Dan gingen we eerst de sausies opeten, rook
ten een sigaretje en we keken niet meer naar die hengel om.
Een paar uur later gingen we weer lopend naar huis.
Wijnand Tiebie en Jaap Woestenburg waren mijn kameraden.
Wijnand Tiebie had de bijnaam puntschoen omdat hij uit armoede
de schoenen van zijn zus Marie droeg, die voorzien waren van een
puntje.
Twee keer in het jaar gingen we naar een toneeluitvoering, na af
loop was er dansen.
Zelf heb ik zeven jaar lang op de zangvereniging Amicitia gezeten.
Burgemeester De Sonnaville was destijds de beschermheer van de
zangvereniging.
We hebben één keer de "Klokken van Corneville" gespeeld. Naast
zingen moesten we ook een toneelstukje opvoeren.
Ik speelde toen de rol van burgemeester, kwam het toneel op, gaf
met de hamer een klap op tafel en begon te praten.
Voor deze rol moest ik natuurlijk wel anders leren praten, dus heb ik
aantal avonden les gehad van Henk de Goede.
Na de uitvoering stond de volgende dag in de krant: "Lauw van Til
blonk uit in de Klokken van Corneville". Daar was ik best trots op.
