V.l.n.r.: De dochters
Barbera, Mieke, Daniëlle
Hij kwam uit zijn
tuin en hield me te
gen. '-Jongen', zei
die 'weetje wel wat
je aan het doen
bent? Die ket is veel
te oud om zo te la
ten draven, dat is le
vensgevaarlijk. Die
kan zo wel dood
neervallen en dan
donder jij eroverheen en breek je je nek'. Dat had ik me niet gerea
liseerd, ik wou nou eenmaal hard rijden".
Nadat het paard een -natuurlijke- dood stierf kwam er een auto. Dat
wil zeggen, eerst nog heel even een bakfiets waarmee vader Johan
Putter door het dorp moest. In die tijd bakte Putter ook brood voor
Jaap Verduijn, beter bekend als Jaap van Aal. Die bakte zelf niet
meer, maar betrok zijn brood eerst van Arie Schoon en later van
Putter. "Dan moest ik met de bakfiets het brood naar Jaap van Aal
brengen. Ik kwam met een plaat kadetten aan en dan zei mevrouw
Verduijn: '-Kom maar Adrie'. Dan kwam ik naar
de kamer waar ze twee bedsteden hadden. Dan
gingen de dekens open, de kadetten gingen erin
en de dekens gingen weer dicht. Dan bleven de
kadetten lekker zacht. Toen ik dat aan mijn va
der vertelde zei die 'Denk erom datje dat tegen
geen mens zegt hoor! Als de mensen dat weten
dan is het foute boel'.
Dochter Daniëlle in de
"kartonnen box"
"Toen ik een jaar of achttien was kregen we dan
een autootje. Mijn vader had nog geen rijbewijs
maar hij ventte wel. Want de politie kneep een
oogje toe". Ik vroeg aan mijn vader: '-laat mij de
auto nou eens in de dors zetten'. Vader zei dat hij
het goed vond, maar toen het moment daar was
zei hij '-een andere keer maar, nu maar niet." "Ik was toch kwaad.
Ik nam een oud fietssleuteltje dat ik bijvijlde net zolang tot hij in het
autoslot paste. Hij paste erin, maar toen ik de sleutel omdraaide brak
hij af. Ik vluchtte naar mijn vriend Aad Buur. Vanuit hun huis kon ik
ons erf overzien. M'n vader kreeg de autosleutel er natuurlijk niet
meer in. Toen haalde hij monteur Arie Vader erbij en die haalde het