"Dat is daar een stug volk; daar kom je niet zo gemakkelijk tussen".
Dat bleek nooit waar, maar je moet natuurlijk wel een beetje mee
werken. In het "moeilijkste" dorp -niet in Noordholland!- bezocht
ik enkele jaren geleden een reünie en het weerzien was verbijste
rend. Zo hartelijk!
In Akersloot was het niet anders. Maar in Akersloot kwam ik in
aanraking met een fenomeen dat ik elders niet kende. Door de plaats
liep een doorgaande weg en aan beide zijden lag een dorp. Achteraf
heb ik gelezen dat het zo historisch gegroeid was. Twee dorpen met
in het ene een katholieke kerk en in het andere een hervormde.
Dat was toen.
Want in de ruim dertig jaar die ik hier woon, heb ik zich wijzigingen
zien voltrekken, die mij van verwondering via instemming tot
vreugde hebben geleid. Pastoor Hageman vierde zijn jubileum. Ik
ben daar geweest en ik vroeg, want ik had het antwoord wel ver
wacht. losjes: "Mag deze niet-katholieke socialist u wel feliciteren?"
Het was duidelijk: "Natuurlijk."
Ik ben een sportfanaat: ik ging alsnog voetballen; mijn twee zoons
deden hetzelfde. Ik was chauffeur en ook teamleider en mij werd
gevraagd of ik in het bestuur van Meervogels wilde komen. "Ach.
ja, zo'n bal stuitert overal even hoog" en ik werd gekozen. En sa
men met Leo Both waren we de eerste twee niet-katholieke bestuurs
leden. En kapelaan Karregat was er heel blij mee. Vreugde!
Toen ik pas arriveerde, wist men van mijn toneelachtergrond. En ik
kwam logischerwijs bij Rossenbacker. Leuk? Ja, nou en of! Maar
na een paar jaar spelen en regisseren in de omtrek wist Mary Bakker
mij bij St. Willibrordus te introduceren. Ook leuk? Ja, opnieuw nou
en of! Ik verbeeld mij bij beide verenigingen enig nuttig werk ge
daan te hebben (De Gijzelaar, Sil de Strandjutter). Vreugde!
Zeventien jaar heb ik in de gemeenteraad gezeten; het is een apart
verhaal hoe ik daar ingekomen ben. Maar ook daar merkte ik hoe
we naar elkaar toe groeiden. Ik zat voor de PvdA in de raad en mijn
CDA-buurman Gerrit Groot vroeg ik om raad over landbouw
problemen en hij mij over onderwijs. En daar lieten we ons door
leiden. Een nieuwe begraafplaats: Er was een totaalplan voor een
plek buiten het dorp. Kick Ruyter zei: "Nee, de overledenen horen
bij ons". En ik zei: "Kick, je hebt gelijk, ik ga met je mee".
73