Ganzen en meerkoeten
)cht door
ie Bakket
tri Bakket
lia Louwe
9-4-1972 te
et ILONA
Op 4 februari 2004 staat in De Alkmaarsche Courant een artikel
over het afschieten en verjagen van meerkoeten, met als kop: "Die
renbescherming stopt doden meerkoet in Akersloot".
Uit dit artikel een kleine samenvatting.
Onnodig leed voor de meerkoet, of terecht hoerenbelang: natuur en
landbouw staan weer eens tegenover elkaar, ditmaal in Akersloot.
De meerkoet mag dankzij een bezwaarschrift van de dierenbescher
ming niet meer afgeschoten worden bij boer H. Sander aan de Buurt
weg.
In oktober 2003 kreeg veehouder Sander van Gedeputeerde Staten
een ontheffing voor afschot van de meerkoet. De afschotvergunning
is gegeven omdat uit het verleden is gebleken dat er grote kans is op
schade.
Het weiland van Sander grenst over een lengte van tweeënhalve
kilometer aan een sloot. Op dit weiland zitten zeker vierhonderd
meerkoeten, die vreten elk grassprietje op dat er staat.
Tachtig meter vanaf de kant is over de hele lengte kaal gevreten.
Daar hebben de koeien dus niets meer aan.
Ruim 150 jaar geleden dacht men hier anders over. In die tijd stelde
het bestuur van de Limmerpolder mensen aan, die salaris ontvin
gen, om de ganzen te verdrijven. Het toeval wil, dat het hier om
hetzelfde weiland gaat. Leest u zelf maar hoe de toenmalige burge
meester Jan Schoehuizen dit verwoordt in een brief aan het bestuur
van de Limmerpolder.
"Sedert het overlijden van Cornelis van de Velden, welke voor de
verdrijving der ganzen in den Limmerpolder zorgde en daarvoor
eene zekere belooning uit 's polderskas genoot, heeft zulks geheel
opgehouden en het is bedroevend te zien hoeveel schade die zwerm
van ganzen, welke des winters in den Limmerpolder aan de zijde
van Akersloot huishoudt, aldaar aanrigt.
Onderscheiden stukken land zijn zoodanig van kale of raauwe plek
ken voorzien, waarop niets groeit, dat, zonder de zaak te vergrooten,
dezelve naauwelijks het halve gewas opleveren van hetgeen zij bij
een beter toezigt zouden kunnen opleveren. Wanneer men zich hier
van wil overtuigen, gelieve men slechts in oogenschouw te nemen
43