>m het alle-
chuiten mot
*een vragen
ijd en alle-
"-Wij heb-
bakker Put
sen dan een
r een daal-
ier aan toe.
rgingen op
le vooruit-
aok was, er
:ers. Putter,
ip Verduijn,
r waren na-
eltjes: krui-
eltjes, sla-
Allemaal
hadden al-
het meren-
eigen klan-
d je maand-
n weer een
ook week-
>p zaterdag
rde, bij een
bakker had
>p zaterdag
aan katho-
diend door
en lijk geen
protestante
we naar el-
uzen!Geu-
Barbera met haar man
Jort Ham en dochter
Silke
De consequente vorm van verzuiling duurde tot kort na de oorlog.
Vanaf pakweg 1950 kreeg de bakkerij ook protestante klanten.
Tot 1965 ventten alle bakkers hun eigen klanten door elkaar, in dat
jaar werden de ventwijken gesaneerd. "Toen hebben de bakkers sa
men de wijken verdeeld. Alle bakkers kwamen bij elkaar, iedereen
had zoveel klanten en zoveel broodomzet. Je moest opgeven hoe
veel brood een klant per week afnam en aan de hand daarvan is alles
verdeeld. Na een tijdje kwam Arie Schoon: '-Ik kom helemaal niet
uit.' Toen hebben de andere bakkers weer wat klanten teruggege
ven. Die eigen wijk was een hele vooruitgang. Al was natuurlijk
niet elke klant blij dat hij een bakker kreeg aangewezen."
Het is nog niet zo lang geleden dat alles door het hele dorp werd
rondgevent. Door bakkers dus, maar ook groenteboeren, fruitboeren,
melkboeren en kruideniers kwamen langs de deur. Daar is nu niets
meer van over.
Het was onderdeel van de manier waarop de mensen in een dorp als
Akersloot de gemeenschap draaiende hielden. "Mijn moeder kreeg
alle kruideniers aan de deur, alles waar wij heengingen kwam ook
bij ons. Iedereen hield elkaar de hand boven het hoofd. Nog een
voorbeeld: het verbouwen van de bakkerij en het bouwen van een
nieuwe oven. Iedereen moest aan dat huis bouwen. Velzeboer ver
diende eraan. Poland deed een stuk. Jan van Duin, de Tiebie's...
Het hele dorp werkte eraan, want iedereen moest iets verdienen."
Die vanzelfsprekende saamhorigheid die is er nu niet meer.
13