Die zelfde dag kwam pastoor Van den Berg mij opzoeken. De bur
gemeester had gereageerd op het schrijven, hij was zeer verontwaar
digd over deze actie, zoals hij dat noemde. Nog wel tijdens zijn
vakantie. De pastoor werd hierop aangesproken, niet ik. Deze ver
dedigde zich door te zeggen dat Zweeris met de lijst gelopen had.
Hij verklaarde wel, ik ben ook tegen de demping. En heb ook gete
kend!
Dan moet Zweeris bij mij komen om hierover te praten was het
antwoord. Tijdens het gesprek met de burgemeester over de te ma
ken afspraak, moest hij zijn gram kwijt. De volgende middag om
halfvier werd ik verwacht op het gemeentehuis. De pastoor stelde ik
op de hoogte en nam met hem de te volgen strategie door.
Op het gemeentehuis waren aanwezig: de burgemeester, wethouder
J. Swart van de K.V.P. en wethouder G. Otte van de P.v.d.A.
De begroeting was, zoals te verwachten, nogal koel. Er werd mij
een stoel aangeboden en de burgemeester stak van wal. "Zweeris
wij hebben u hier laten komen omdat deze gang van zaken niet ge
bruikelijk is en het de heren B en W dan ook zeer gegriefd heeft om
een actie te voeren achter onze rug om. Had eerst bij ons gekomen
met uw voorstel, dan had u een open gehoor gevonden. Maar nu
zeer zeker niet. Wij zullen ons met alle klem verzetten tegen een
verbod om vuilnis te storten in het Kerkmeer. Dit, zo vervolgde hij,
is de beste oplossing. Er zijn veel klachten over het storten van vuil
voor de ingang van de stortplaats. We zullen zo nodig in contact
treden met het polderbestuur, om toch deze gang van zaken door te
laten gaan".
Het verzoekschrift mocht ik overhandigen en het werd na enig be
raad voorgelezen. Het gaf volgens de burgemeester geen enkele
positieve aanwijzing. "Alles is negatief, kom maar met verbetering,
dit bevat er niet een".
Als antwoord hierop zei ik dat het niet de bedoeling was de ge
meente te benadelen, maar behoud van het natuurschoon. En dat de
oplossing van dit vraagstuk voorbehouden was aan het college. Het
Kerkmeer is geen natuurschoon, wel het Alkmaardermeer was het
antwoord.
Om het vuil af te voeren, zoals Alkmaar deed, namelijk per Aak
naar een vuilverbranding viel niet te praten: veel te duur. Het laten
leegrijden van de stortplaats zou wel 500,gaan kosten. Wet
houder Otte droeg ook zijn steentje bij. Hij vertelde, dat als je alles
bij het oude liet. je hopeloos achter liep en dat het meertje toch al
75