kingen betreffende het Raadsbesluit der Gemeente 1.1. 14 juli 1958
aangaande vuinisdemping van het Kerkmeertje, alsmede Uw aan
dacht voor het daarbij aansluitende verzoek.
Strekking van dit adres om kort saamgevat de verkrijgen, dat deze
demping tot behoud van natuurschoon van ons dorp en om geschied
kundige redenen van belang voor onze dorpshistorie, stopgezet moge
worden.
Om deze redenen:
Ongetwijfeld zal onze gemeente gaarne zijn eigen mooie dorps
karakter dat men zelden aldus nog elders aantreft en eigen is aan de
grensscheiding van Kennemerduinstreek en W.Friesch-merengebied.
bewaren.
Het zou daarom te betreuren zijn, wanneer het opvallend typische in
ons mooie dorpslandschap, het Kerkmeertje zou verdwijnen. Mo
gen wij tenminste dit nog naast "de Langemeer" nog behouden. Er
is jammer genoeg al zoveel nodig of onnodig verwoest of verdwe
nen, voor niet te vermijden of noodzakelijke voorzieningen voor
nieuwere tijden, door het opruimen (dus niet verplaatsen) van onze
oude wegenwalletjes, weleer specifiek schilderachtig voor ons dorp,
door afzanding voor bedrijf van de heuvel- of duinachtige welving
van de bodem, door weghakken en weggraven van bos en hout
partijen enz.
Het zou werkelijk een onnodig en onherstelbaar vernietigen wor
den van een der laatste restjes van eigen natuurschoon, wanneer het
typisch Akerslootse Kerkmeertje verdween.
Al zou de vuilnisdemping tot algehele dichtlegging toe, 50 of 100
jaar of langer duren, eens komt de tijd dat het onherroepelijk ver
dwenen is en door geen post "plantsoenen" of wat dan ook aan "bui
tengewoon" is terug te kopen. En dan is het ook zover, dat het nage
slacht verbaasd zal staan over het vroegere, onbegrijpelijke, slor
dige omgaan met het oude karakteristieke schoon van ons dorp. Een
patroon dat geknipt is geworden naar het patroon van alle overal
voorkomende standaarddorpen, zal nimmer meer te herstellen zijn".
In het polderbestuur, bestaande uit 13 leden, zaten 3 veehouders uit
Akersloot. De heren Jn. Sander, M. Kerssens Plzn en Jn. Kaptein. In
de vergadering werd het verzoekschrift met algemene stemmen aan
genomen.
Donderdag 21 augustus werd mij door de dijkgraaf medegedeeld,
dat het vuilstorten met onmiddellijke ingang verboden werd. De
meren in de polder zijn onmisbaar als water-reservoirs bij natte pe
rioden.