VeChiruraun zn kop van de provincie omdat er n°g
tfleiteirt tesijrüxtbondai,paadooóclyke%>ondetl. geestelijken van de "onderscheidene ge-
c\)e Meestee moet'er haastig by,
Op dat het Ivyflyck wvrd geneesen
Maar of de ruykeloose Jsiel,
Jn Spies en SWaardvnn Sbndenviel
Vaar schynd geen swaarigheid teweesm
In 1816 waren de dolle honden weer actief: "zoo aan een Mensch
als aan verscheidene BeestenDe incubatietijd was een kwart jaar.
De muilkorfplicht werd ingevoerd. Honden zonder muilkorf wer
den dadelijk doodgeslagen!
Het gemeentebestuur krijgt in 1816 op
niemand ingeënt is tegen pokken. De
loofsgemeenschappen" hadden dat te
gengehouden.
So eeniglit verbrookeri £y,
In 1832 komt er een alarmerend bericht
van de provincie, er is in Hamburg en
Engeland cholera uitgebroken. Het ge
vaar komt nader. Een nieuwe medicijnlijst komt uit, met modernere
middelen. In datzelfde jaar krijgen de burgemeesters een lijst met
38 genees- en voorbehoedmiddelen tegen cholera. Er wordt hard
gewerkt aan de bestrijding van de "Aziatischen braakloop". Men
komt met voorschriften voor verpleging en behandeling, zelfs aan
"gastarbeiders" wordt gedacht.
In 1818 komt er een fatsoenlijke wet op
de volksgezondheid. Er worden getuig
schriften gevraagd; geen gedokter meer
op eigen houtje! Op 22 oktober 1818
krijgt de gemeente opdracht ieder kwar
taal een lijst in te vullen welke mensen
er gevestigd zijn met de volgende be
roepen: geneesheren, heelmeesters,
vroedvrouwen, oogmeesters, tand
meesters en drogisten of kruiden
verkopers. De gemeente levert die infor
matie kennelijk niet want er komt een
boze brief uit Haarlem: binnen 8 dagen
inleveren. Na 3 jaar nog hetzelfde liedje.
De zomer van 1822 was warm en daar
door gevaarlijk: een enorm aantal dolle
honden.
Het is 1827 en nog steeds is het bar en
boos met de hondsdolheid.
61