Van links naar rechts boven: Ans. Lidwien, Jos, Bernadette. Onder: Ria, Hetty en Cis Mijn vader was strikt maar hij kon ook heel wat hebben. Maar er moest regel zijn met al die kinderen. Hij was gauw kwaad maar 't bleef niet lang hangen. Hij was streng voor z'n dochters, maar dat was altijd zo natuurlijk. Voor de jongens was hij makkelijker. M'n vader was geen zakenman. Als iemand niet kon betalen zei hij: "Laat maar zitten". In de oorlog heeft hij alle fiets banden aan anderen gegeven en zelf reed hij op een anti-ploffiets. Grootvader was een man die wist wat hij wilde. Toen hij ouder werd had hij een akker op de Hoogegeest. Als het niet te droog was nam hij groente mee. De hele Hoogegeest bestond toen uit akkers van de weg tot de sloot. Kees, Adriaan, Rob en Hans Deijlen bij het huis van hun ouders in Australië Mijn moeder leefde alleen voor de kinderen. Ze ging weinig de deur uit. Ze had punten zat: wassen, koken, kleren repareren. Ze had er geen behoefte aan om op de koffie te gaan. Naast ons huis was een lang huis waar de familie Tromp woonde en verder het gemeentehuis. Daartus sen stond het damhek van de boer derij van Sander met daarachter land tot de Strammer aan toe. We heb ben daar heel veel gespeeld. Aan de andere kant van ons huis stond de boerderij van Jaap Zweeris. Later kwam Pé Kaptein erin en Jaap Zweeris ging naar de Buurtweg. Hij had daar nog een boerderij tegen over het winkeltje van Otte. Vroeger waren er minstens vijftig boe ren die land hadden rondom het dorp. Ik leerde redelijk goed op school, maar alle jongens van mijn leef tijd hebben wel veel school gemist door de oorlog. Er waren Castricummers naar Akersloot geëvacueerd en die zaten in het schoolgebouw. We kregen les in de kerk en ook in het gebouw van 5

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

De Groene Valck - Akersloot | 2003 | | pagina 5