Op 10 oktober 1883 hertrouwde Cornelis van der Linden met de 38-
jarige Trijntje Tiebie. Trijntje was weduwe van Jan Deijlen. Uit dit
huwelijk had Trijntje een zoon, de 6-jarige Arie.
Het huwelijk van Cornelis en Trijntje bleef kinderloos. Na het over
lijden van Trijntje in 1926 erfde Arie
Deijlen de smederij.
Nog in datzelfde jaar liet Arie de
smederij slopen en zette er een woon/
k I winkelhuis met smederij voor in de
I NOta plaats.
van
J L/Üry c//'*f.
lil
yo
<W
Ca
n
Syo
4-o
Na het overlijden van zijn vrouw
Johanna Duin, met wie hij in 1904 was
getrouwd, gingen Arie en zijn zoon Jan
op 17 oktober 1930 naar notaris Johan
Wilhelm van der Heiden te Alkmaar,
om de smederij op naam van zijn zoon
Jan Deijlen over te schrijven, voor de
som van 7.000,
Jan was smid en elektricien van be
roep. In de winkel werden fietsen, wit
goed en kleine elektrische artikelen
verkocht. Het was in die tijd gebrui
kelijk dat men de gekochte artikelen
niet contant betaalde, maar liet op
schrijven. De rekening werd meestal
eens per kwartaal opgemaakt en bij de
klant thuis geïncasseerd
Na 25 jaar het pand in eigendom te
hebben gehad, werd, omdat de fami
lie naar Australië emigreerde, de
smederij verkocht. De verkoop vond
plaats op 17-6-1955 voor notaris Theodorus Reinier Luijkx te De
Rijp.
De koper was Jacob Roemer, garagehouder en elektricien, die er
11.000,voor betaalde.
In tegenstelling tot alle vorige eigenaren ging Roemer niet in het
pand wonen, maar maakte gebruik van zetbazen. Eerst R Schouten
en later W. Sombroek.