ging mijn vader, en later een van ons eerder naar huis om te melken.
Als je uit de kerk thuiskwam waren de koeien klaar en werd de
broodtafel gedekt. Daar zat van alles op en aan, daar werd een echt
feest van gemaakt. De kaarsjes stonden op tafel. We hadden geen
kerstboom maar wel een stal en daar brandden ook kaarsjes voor.
Ik weet er nog van dat mijn vader in dienst was tijdens de mobilisa
tie. Ik was toen een jaar of zes en opa kwam om de koeien te mel
ken.
Ik kan me ook nog herinneren dat ome Cor in 1938 overleden is.
Het was een hele strenge winter. Hij stond opgebaard in de voorka
mer en ik mocht gaan kijken. Er kwam veel visite om de dode te
zien. 's Avonds was er rozenkransbidden. Er was altijd wel
iemand uit het dorp die voorbad. Wanneer er veel volk op het
rozenkransbidden afkwam gebeurde het wel dat de mensen
buiten stonden. Het geluid van het bidden kwam dan als een
voorbijgaande trein. Als ze bij de kist klaar waren met een
weesgegroet, waren ze buiten nog niet halfweg.
Mijn lagere schooltijd was een groot deel in de oorlogjaren.
De Duitsers hielden de Jacobusschool bezet en we kregen op
allerlei plaatsen les: in de jachthaven, in de schuur van Kraak
man en in de kerk. Ik heb bij diverse onderwijzers en
onderwijzeressen in de klas gezeten. Ik weet er nog van dat
meester Jansen hier op school kwam. Ik zat toen in de vierde
klas. Verder bij juffrouw Velzeboer, juffrouw Sernee, juffrouw
Eggen, juffrouw Putter en meester Van der Holst. Ik was goed
in rekenen. Mijn taal was wat minder.
We zaten met jongens en meisjes in één klas. Dat gebeurde
vroeger niet zoveel. Je zat wel gescheiden, de jongens bij el-
mobilisatie 1939 kaar en de meisjes bij elkaar, ook in de kerk.
Mijn vader en moeder gingen alle weken naar de kerk. En ook bij
ons hadden ze de wind eronder, we moesten bijna elke dag. Je moest
dan je brood meenemen en bij meester Van der Holst in de klas
opeten. Drinken was er niet bij. Je wist niet beter. Toen we wat ouder
werden, moesten we mee te melken. Dan had je er al een tijdje op
zitten en mocht je thuis je brood opeten voordat je naar de kerk
ging-
Mijn vader speelde op zondag uit de kerk vandaan mondorgel voor
de gezelligheid. Op zondagmiddag moest je naar de Vespers en als
je wat ouder werd naar de congregatie. Mijn vader en moeder gin
gen soms naar de H. Familie, de mannen apart en de vrouwen apart.
Vader Piet Schouten,
8