bruikt om de bollen af te dekken in de winterdag tegen bevriezing.
Voor de bollen hadden we een schuur aan het eind van het Tulpen
laantje, waar nu mijn broer Kees woont.
Mijn vader was altijd vrij vrolijk. Ik kan niet zeggen dat hij streng
was, wel correct. Hij hield ervan afspraken na te komen en zijn wil
was wet, daar had je je als kind aan te houden. Dat was bij mijn
moeder ook zo. Ze stonden wat dat betreft op dezelfde lijn. Er was
orde bij ons thuis.
Als wij onder de middag uit school vandaan onderweg wat aan *t
lummelen geweest waren, stond vader al op de weg te zwaaien, want
er moest op tijd gegeten worden. Onder de middag aten we altijd
warm. Na het eten wilde hij even slapen. Dan ging hij op drie stoe
len liggen. Op de leuningstoel met een kussen legde hij z'n hoofd en
twee stoelen dwars. Zo sliep hij. Na een uur moest hij wakker ge
maakt worden en daar verschoot hij altijd zo ontzettend van.
Vader liep altijd op klompen Ik weet nog best dat wij ook altijd in
een korte broek en op klompen naar school gingen. In de oorlog
ging er ijzerbeslag onder. Dan gingen ze langer mee. Klompen koch
ten we meestal bij Arie van Duin bij 't Pontje. In de winter droegen
we lange kousen. We hadden dan een "lijfie" aan met knoopgaten-
elastiek om die kousen op te houden.
Ik wil niet zeggen dat wij 't arm hadden toen ik jong was, maar 't
was wel mondjesmaat. We kregen vroeger altijd een zondagscent.
Dan gingen we bij opoe en opa langs en daar kregen we ook een
cent. Die mochten we "verkopen". We gingen dan naar de vader van
Cor Nederveen. Die winkel was op zondag open. Die mensen moes
ten het hebben van al die centen want een cent was toen geld. Je
kocht dan zoethout of een zoute lap of zoiets.
Met Sinterklaas sliepen we de hele nacht niet. De klok sloeg vijf,
dan sprongen we allemaal tegelijk uit bed. Dan kwam je beneden en
dan moest eerst de kachel aan en alle kinderen in de kleren. Ik zie
mijn vader en moeder nog naar de stoelen lopen. Die stonden op een
rij met een wit laken erover. Dan pakten ze allebei een kant van dat
laken en tilden dat op. Op de stoelen lag hier een prentenboek en
daar een spel en nog meer van dat spul. Dat was toch een rijkdom.
Dan wees mijn moeder aan, dat is voor die en dat is voor die maar
daar had je geen erg in. Je geloofde vast in Sinterklaas.
Kerstmis was wel een hoogfeest in de familie. De nachtmis was
meestal om vijf uur. Daar kwamen nog twee missen achteraan. Dan