"Vierhuijsen", vanwaar wij, beginjaren dertig, verhuisden naar villa
"Landzicht" aan de Kerkedijk (nu Raadhuisweg). Ons gezin telde
in totaal 11 kinderen.
Ik volgde onderwijs in de St. Jacobusschool aan de Julianaweg. De
hoogste klas verliet ik op m'n 13e jaar. De onderwijzer was meester
Van der Holst, met wie ik geen moeite had.
Mijn vader was veehouder en ook veehandelaar. Hij bezocht veel
veemarkten, onder andere die van Purmerend. Hij ontmoette daar
de veehouder Willem Beers uit de Purmer. Deze zocht een hulpje
voor het boerenwerk. M'n vader kwam met hem overeen dat ik daar
zou gaan werken.
Op m'n dertiende jaar ging ik daarheen. Op de fiets. Iedere zondag
morgen met m'n wasgoed naar huis en 's middags weer terug. Weer
of geen weer.
De verdiensten waren 2,75 per week met kost en inwoning. Ik
bleef daar een halfjaar. Omdat het werk voor mij te zwaar was, ging
ik weg.
De volgende boer waar ik kwam te werken heette Petrus de Wit en
woonde in De Beemster. Hij was een neef van mijn vader. Ook deze
betrekking zal m'n vader wel voor mij hebben aangenomen. Ik ging
nu 3,75 per week verdienen, met kost en inwoning. Ook weer
iedere zondag naar Akersloot met de was. Vreemd dat ik daarvoor
naar huis moest. Het voordeel hiervan was dat ik mijn familie weer
zag.
Twee jaar ben ik daar gebleven. Ik had het daar wel naar m'n zin,
maar ik kon in Akersloot bij Jan Verduin (de rooie boer) aan het
werk. Jan Verduin was hartpatiënt en had altijd een hoog rode kleur,
vandaar deze bijnaam.
In Akersloot werken, dat sprak me wel aan. Weer in het dorp terug
bij vrienden en bekenden.
Jan Hollenberg en Gerrit Graas waren m'n vrienden en zijn dat ook
gebleven. Gerrit zei later weieens "jouw moeder heeft me in leven
gehouden". Thuis was bij Gerrit "schraalhans" keukenmeester.
Bij Jan Verduin was het leven niet slecht, het was boerenwerk waar
ik aan gewend was en bovendien in 'n bekende omgeving. Daar
werkten ook Kees van Diepen en Jans Terluin. Die zijn later met
elkaar getrouwd.'s Avonds om 21.00 uur moesten we binnen zijn.
We moesten dan gezamenlijk het avondgebed bidden. De boer
maakte niet alleen geluid met z'n mond maar ook uit z'n Wij
53