1667
Op zijn reis naar Archangel (wat aartsengel betekent) in 1667 be
leeft Cornelis Aeriaensz Kruijenaar een hachelijk avontuur. Zijn schip
is lek en maakt veel water.
Hij, Cornelis Kruyenaar, vaart in opdracht van Pieter Pietersz van
Lutsen en Isaack Hochepied de Jonge, met wie hij een
bevrachtingsovereenkomst heeft afgesloten op 20 juli 1667 te Am
sterdam. Met zijn schip "De Juffrouw", van 97 voet lang, 23l/2 voet
wijt, 10% voet hol en daarboven 4-Vz, alles Amsterdamse maat, zal
Kruyenaar zeilen naar de rede van Texel en vandaar uitvaren naar
Archangel in Rusland. Het schip zal hij gecalfaat opleveren voor
zien van ankers, zeilen, touwen, takels, vertualië, proviand en an
dere noodzakelijkheden voor de reis.
De bevrachters zullen het schip laden met goederen. In Archangel
zullen de schipper en het bootsvolk helpen met lossen en inladen zo
vaak als nodig is. Bij brand moeten zij de helpende hand bieden
alsof het hun eigen goed is. Wanneer zij met een retourlading in
Amsterdam terugkeren zal de schipper 4190,- ontvangen en bo
vendien een caplaken (is extra beloning voor de schipper boven de
vracht). Verder avarie (is onkosten bij vervoer per schip die niet
onder de vracht vallen) en pilotage (loodsgeld) naar de costuyme
(regels) van de zee.
De schipper zal geen brieven, geld of goed van iemand meenemen
ook geen passagiers anders dan met toestemming van de bevrachters
op straffe van verhaal op de schippersgoederen. De bevrachters zul
len het schip bewapenen met zes stukken (kanonnen) met toebeho
ren, het monteren en voorzien van ammunitie van oorlog. Dt
bevrachters verbinden hun goederen en koopmanschappen tot boq
en de schipper zijn schip en verdiende vrachtpenningen. De over
eenkomst is gesloten te Amsterdam ten overstaan van notaris Adriaer
Lock in presentie van B. Venckel en D.v.d. Groen.10
In augustus is de afvaart vanuit de rede van Texel. Aan boord zijr
o.a. stuurman Dirck Jacobsz Slicker van Akersloot, oud 35 jaar, als
mede Sijmon Claesz, oud 31 jaar, en Gerrit Sijmonsz, oud 35 jaar
beiden bootsgezellen afkomstig uit Assendelft. Na veertien dager
zeilen varen zij omtrent Hitland. Daar wordt ontdekt dat het schip
lek is en veel water maakt. De oorzaak wordt gezocht in het "harde
weer" dat zij al die tijd hebben gehad. Om bij het lek te komen en te