1629
1632
is er blijkbaar
211 recht, want
ergeleken).3
Ie haven van
dit schip vaart
.kersloot. Zijn
otterdam. Het
of bokking en
Kaap de Gata)
is het schip op
:r aangevallen
gewond waar
schip en alle
verkocht. Alle
if verkocht,
ïeeft, bij zijn
Ie een verkla-
jn te Alkmaar
1 Jonas Witsz,
:en boeier ge
schip machti-
14 december
en Frederick
1 op te treden
n koopman te
insz vanwege
i voor 32 pari
ersloot.
ngende Claes
drick Jacobsz
roper, poortei
;ende Willem
e Limmen.
ornelisz alias
\nnastraat te
Alkmaar, in presentie van Aerian Cornelisz en Pieter Pietersz van
Akersloot, getuigen van goede gelove.5
In de zomer van 1629 vaart schipper Claes Cornelisz Cars van
Akersloot uit ter haringvangst. De Graftdijkers Jan Claesz, 18 jaar;
Cornelis Rongsz, 34 jaar; Jan Garbrantsz, 33 jaar; en Cornelis
Jacobsz, 32 jaar, vergezellen hem. Ieder als stuurman op een haring
schip. Wanneer zij op de bestemde plek aanwezig zijn ontstaat in de
nacht, 17 dagen na St. Jan, 24 juni feest van St. Jan de Doper) een
zeer harde wind. Zo hevig dat zij die nacht niet kunnen vissen. De
hele nacht liggen zij voor anker. Jan Garbrant ligt iets terzijde van
de andere schepen. Zijn want, half uitgeschoten, moet hij inhalen
vanwege het weer en ook omdat de andere schepen aan anker blij
ven. Cornelis Rongs had wel gezeild doch zijn want niet uitgescho
ten om dezelfde reden.
Op verzoek van Claes Cornelisz Cars hebben de schippers over dit
voorval een verklaring afgelegd voor notaris Cornelis de Haes te
Alkmaar op 18 mei 1630.6
Als de Akersloter schipper Jan Jacobz Schouten met het schip "St.
Marten" in 1632 het zeegat kiest weet hij nog niet wat hem te wach
ten staat. Hij zeilt vanuit de haven van Amsterdam, met een vrije
pas, naar St. Huives. Pech achtervolgt hem op zijn reis. In augustus
wordt zijn schip aangevallen door een Turks zeerover en aan land
gejaagd tussen St. Huyveshoek en de rivier van Lissabon. Daar is
het schip, op advies van zijn koopman Sr. Nicolaas Boray die te
Lissabon woont, aan een Portugese koopman verkocht. Die koop
man heeft het schip met geweld van het strand gehaald en in de
rivier teruggebracht. Door tussenkomst van de"Viceroy" van Portu
gal is schipper Schouten weer aan zijn schip gekomen. Nadat het
schip gerepareerd en gecalvaat was heeft koopman Boray het schip
laten bevrachten en met zout geladen. Toen de gelegenheid zich voor
deed om met een goede vloot gemonteerde schepen, die zeilrede lag
om met de eerste wind naar Holland te zeilen, moest schipper Schou
ten zich daarbij aansluiten. Wederom op advies en schriftelijk bevel
van koopman Boray. Zo omzeilde men de kans wederom gekaapt te
worden. Er was één nadeel; de schipper had nog geen pas ontvan
gen, deze moest uit Lissabon komen. Boray besliste: beter in convooi
zonder pas dan alleen met een pas.
In november wordt Texel bereikt waar nog bij dag binnengelopen
33