1617 1618 zonnedaghe voor Sente Lambrechts Misse". In 1508 is er blijkbaar een reden om nog eens te verwijzen naar het verkregen recht, want op 28 januari is voornoemde brief gecollationeerd (vergeleken).3 Op twee december 1617 vertrekt een schip uit de haven van Yarmuiden (Arnemuiden) met als doel Marseille. Op dit schip vaart schipper Gerrit Cornelisz, oud 43 jaar, afkomstig uit Akersloot. Zijn mede schipper is Cornelis Willemsz Wiltschut uit Rotterdam. Het schip is geladen met 775 a 800 ton gedroogde haring of bokking en 100 stuks hulslood. In De Straat gekomen, ongeveer tussen Cabo Deghat (Kaap de Gata) in Spanje en de drie Forces (Tres Forcas) in Barbarië, is het schip op 29 december in de morgenstond door een Moorse rover aangevallen en ingenomen. Daarbij raakt één man gedood en vier gewond waar van één in zee en drie te Algiers. Het buitgemaakte schip en alle ingeladen goederen zijn op 11 januari 1618 te Algiers verkocht. Alle bemanningsleden, ook de gewonden zijn daar als slaaf verkocht. Gerrit Cornelisz heeft de slavernij overleefd. Hij heeft, bij zijn mannenwaarheid in plaats van ede, over het gebeurde een verkla ring afgelegd voor notaris Huybert Jacobsz van der Lijn te Alkmaar op 22 december 1618. Hij deed dit op het verzoek van Jonas Witsz, koopman te Amsterdam.4 In 1618 is Willem Jansz van Akersloot schipper op een boeier ge naamd "De Rotgans". De gezamenlijke reders van het schip machti gen, ten overstaan van notaris P.C. Haringkarspel op 14 december 1618, Thonis Israëls een schipper van Amsterdam, en Frederick Christoffelsz, zeilmaker te Alkmaar, om namens hen op te treden tegen iedereen maar speciaal tegen Joost Willemsz, een koopman te Amsterdam. De reders zijn: Cornelis Pieters voor 32 part; Claes Jansz vanwege zijn vader Jan Claesz Remkes voor 16 part; Nan Jansz voor 32 pari en vervangende zijn vader voor 32 part, allen van Akersloot. Aerian Stoffelsz, lijndraaier voor 32 part; en vervangende Claes Willemsz haringcooper te Enkhuizen voor 16 part; Fredrick Jacobsz Schimmelpenninck voor 16 part; Jacob Claesz houtcooper, poortei der stad (Alkmaar?), voor 32 part; samen vervangende Willem Jacobsz Rotgans te Amsterdam en Cornelis Jacobsz te Limmen. De procuratie is geschied ten huize van Aerian Cornelisz alias Aeriaen Maet, waard in de Truffelstap in de St. Annastraat te 32

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

De Groene Valck - Akersloot | 2002 | | pagina 32